e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Weert

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dons, nestveren duivelshaar: duuvelshoar (Weert), wollige haartjes op jong vogeltje  duûvelshaor (Weert) dons || het haar van jonge vogels die nog geen veren hebben (stapveren, duivelshaar, paddehaar) [N 83 (1981)] III-4-1
dood (bn.) dood: daot (Weert), doad (Weert), doed (Weert), doeëd (Weert, ... ), dôêt (Weert) dood || dood (bijv.) [DC 03 (1934)] || dood; ¯t kindje was - eer (dat) ze ¯t konden dopen [RND] III-2-2
dood (zn.) dood: doeed (Weert) de toestand die intreedt bij het eindigen van het leven [dood, overlijden, versterf, verscheiden, einde] [N 86 (1981)] III-2-2
doodkist doodskist: znd 33, 38;  doedskist (Weert) een doodkist [ZND 33 (1940)] III-2-2
doodmalen doodmalen: doatmālǝ (Weert), kapotmalen: kǝpǫtmālǝ (Weert) Het meel te fijn malen. [N O, 36e] II-3
doodskist doodskist: doeedskist (Weert, ... ), doeëdskist (Weert, ... ), dōēdskist (Weert), znd 33, 38;  doedskist (Weert), kist: kist (Weert, ... ) de doodskist [N 96D (1989)] || De doodskist. [N 96D (1989)] || Doodkist. [ZND 33 (1940)] || doodskist; hoe noemt men het houten voorwerp, waarin de dode in het graf wordt gelegd [DC 23 (1953)] || Hoe noemt men het houten voorwerp, waarin de dode in het graf wordt gelegd? [DC 23 (1953)] III-2-2, III-3-3
doodskleed doodshemd: doatshumme (Weert), doe-utshu-emme (Weert), doedshumme (Weert), doeëdshumme (Weert), doodshemd (Weert, ... ), dôodshumme (Weert), doodskleed: doatskleid (Weert), doodsmantel: doedsmantel (Weert), wit of bruin  doodsmantel (Weert), pyjama: pyama (Weert) bekleding van de overledene, wanneer hij in de doodkist wordt gelegd (thans inventarisatie; betekenis/uitspraak [N 23 (1964)] || bekleding van de overledene, wanneer hij in de doodkist wordt gelegd (vroeger inventarisatie; betekenis/uitspraak [N 23 (1964)] || doodskleed; hoe noemt men het doodskleed (hinnekleed, reekleed, regenkleed, enz.)? Moet dit kleed aan bepaalde voorwaarden voldoen? [VC 03 (1937)] || kleding waarmee overledene wordt bekleed [N 23 (1964)] III-2-2
doodsklok doodsklok: doeedsklok (Weert, ... ) De klok die geluid wordt na het overlijden en/of bij de begrafenis van iemand [dôdsklok, dódsklok, dödsklok, doeëdsklok?]. [N 96A (1989)] || Het luiden bij de begrafenis [t loet tsóm jraaf?]. [N 96A (1989)] III-3-3
doodsteken steken: stē̜kǝ (Weert) Nadat het dier is verdoofd, wordt het ogenblikkelijk de keel doorgesneden, opdat het nog pompende hart het bloed uit het lichaam kan stuwen. De woordtypen in dit lemma kunnen zowel duiden op het doodsteken van een varken als op het doodsteken van een rund. Een bij de opgave toegevoegd object ''varken'', ''koe'', ''beest'' wordt niet in het woordtype opgenomen. [N 28, 11a; N 28, 11b, N 28, 12a; N 28, 13b, monogr.] II-1
doodzonde doodzonde: doeedzundj (Weert) Doodzonde, dodelijke zonde [doeëdzund]. [N 96D (1989)] III-3-3