e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Weert

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
halve maan, laatste kwartier afgaande maan: aafgaondje maon (Weert), afgoandje moan (Weert) schijngestalte van de maan: laatste kwartier [afnemende, donkere maan] [N 81 (1980)] III-4-4
halve pint, kwart liter, maat kappertje: (nat).  kappertje (Weert) de maat die een inhoud aangeeft van 0,25 (=kwart) liter [kapper, halfje, schopje, dzozie, hoorn, neuker, neutel, bok, uppie, bak] [N 91 (1982)] III-4-4
halve rug halve croupon: halǝf krupǫn (Weert) Het gedeelte van de huid dat de rug bedekt, in de lengte gehalveerd. Zie afb. 1. [N 36, 6b] II-10
halve steen halve steen: halǝvǝ stęjn (Weert), klezoortje: klɛts˱yrkǝ (Weert), kop: kǫp (Weert) Een in de breedterichting doormidden geslagen metselsteen of een baksteen van dit formaat die machinaal is vervaardigd. Zie ook de toelichting bij het lemma ɛdrieklezoorɛ.' [N 31, 19a; monogr.] II-8
halve stuiver halve knab: halve knap (Weert), knabje: knepke (Weert, ... ), soes: Van Dale: sou (<Fr.), stuiver.  soes (Weert) halve stuiver, een 2 1/2 centstuk [lap, sjoe, groot, flapsent, bokkestuiver, grote cent, plak, bots, vierduitstuk?] [N 21 (1963)] III-3-1
halve zondag afgezatte heiligedag: aafgezatte heiligedaag (Weert) Een "halve zondag", een feestdag zonder mis, bijvoorbeeld Koninginnedag (planken zondag). [N 96C (1989)] III-3-3
halve-centstuk oortje: örtje (Weert, ... ) halve-centstuk, een ~ [senske?] [N 21 (1963)] III-3-1
ham, hesp ham: ham (Weert), hesp: hèsp (Weert), Di-j hésp hingtj nog te ruîke inne schouw  hésp (Weert), hespenschink: hespeschînk (Weert) ham [SGV (1914)] III-2-3
hamer van de klepklok trumphamer: trumphamer (Weert) De hamer van een klepklok [trumphamer?]. [N 96A (1989)] III-3-3
hamer voor kapwerk vuisthamer: vū.sthāmǝr (Weert) Hamer die door de smid gebruikt wordt om ovenstenen uit te kappen en in te passen. Zie ook het lemma "kaphamer" in Wld ii.9 en de daarbij behorende afbeelding 8. [N 33, 63] II-11