e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Weert

Overzicht

Gevonden: 7826
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bedevaart bedevaart: baevert (Weert), beevaart (Weert), beevert (Weert), bèèvert (Weert), ’n bèvĕrt (Weert) bedevaart [SGV (1914)] || Een bedevaart, pelgrimstocht, pelgrimage [beevaart, bèèvert, bidvaart, beeweg, beevaart, begankenis]. [N 96C (1989)] || Een bedevaart. [ZND 21 (1936)] III-3-3
bedevaartganger bedevaartganger: baevertgenger (Weert), beevaartgenger (Weert) Een bedevaartganger, pelgrim. [N 96C (1989)] III-3-3
bedevaartplaats bedevaartoord: baevertoeert (Weert) Een bedevaartsplaats, bedevaartsplaats, genadeoord. [N 96C (1989)] III-3-3
bedevaartprentje bedevaartprentje: baevertprentje (Weert), heiligenprentje: heiligeprentje (Weert) Een prentje ter nagedachtenis aan een bedevaart. [N 96C (1989)] III-3-3
bedevaartvaantje vaantje: vaenke (Weert) Een vaantje of vlagje dat tijdens een bedevaart gedragen en daarna als gedachtenis aan die bedevaart bewaard wordt, bedevaartsvaantje, -vlagje, pelgrimsvlagje. [N 96C (1989)] III-3-3
bediend worden bediend worden: bedeendj waere (Weert) Bediend worden, berecht worden, de laatste sacramenten ontvan-gen. [N 96D (1989)] III-3-3
bedienen bedienen: bedeene (Weert, ... ) de gevraagde waren in een winkel aan de klant geven [bedienen, gerieven, bestellen] [N 89 (1982)] || Hoe heet: iemand van de laatste Sacramenten voorzien? [ZND 32 (1939)] || Iemand bedienen, berechten, iemand de laatste sacramenten toedienen. [N 96D (1989)] III-3-1, III-3-3
bedorven (persoon) bedorven: mar.: vgl. ook het lemma "verwend kindje"in afl. 2.2.  bedorreve (Weert) met te grote toegeeflijkheid opgevoed, met een bedorven karakter [mouter] [N 85 (1981)] III-1-4
bedorven ei rot ei: rot ęi̯ (Weert), rotte eieren: rǫtǝ ęi̯ǝrǝ (Weert) [N 19, 54d; L 6, 39; S 31; monogr.] I-12
bedriegen bedonderen: bedondere (Weert), bedriegen: bedrege (Weert), bedreêge (Weert), bədreegə (Weert), ook materiaal Leuv. lijst 21, vr 6a  bedrége (Weert), belazeren: belaazere (Weert), belazere (Weert), beschijten: beschieete (Weert), besodemieteren: besodemietere (Weert), besoodemietere (Weert), bezeiken: bezeike (Weert), bezeîke (Weert), een oor aannaaien: un oer aannaeje (Weert), fotsen: fótse (Weert), kloten: kloeete (Weert), kloeëte (Weert), naaien: naeje (Weert), verneuken: vernuuëke (Weert) bedonderen || bedriegen [SGV (1914)], [ZND 01 (1922)] || bedriegen, beetnemen, voor de gek houden || bedriegen, knoeien || bedriegen, voor de gek houden || bedriegen: Als hij kans ziet zal hij proberen je te - [DC 35 (1963)] || iemand door list en leugen voor de gek houden en daarvan gebruik maken [kullen, bikken, kleuten, bijbrengen, belakken, verneuken, besleuteren, loren, lorzen, bedonderen, bemieteren, besodemieteren, kinkelfoezen] [N 85 (1981)] III-1-4