e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Weert

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
nooddoop geeuwdoop: gierduip (Weert), nooddoop: noeedduip (Weert) Een nooddoop, gadoop, geedoop [jieëdoof]. [N 96D (1989)] III-3-3
noodklok noodklok: noeedklok (Weert, ... ) De noodklok, brandklok, alarmklok. [N 96A (1989)] III-3-3
noodvoederen noodvoeren: nu.t˲vōrǝ (Weert) Het voederen aan het einde van de winter, als de bijen door hun eigen voorraad heen zijn en het nog te koud is om zelf honing te halen. Volgens de informant van L 333 is dit bijvoeren uit den boze en mag het eigenlijk niet voorkomen. [N 63, 110b; Ge 37, 194; monogr.] II-6
noot noot: nø̄ǝt (Weert) Het blokje hout dat het bovenste uiteinde van het staakijzer in het spilgat van de ijzerbalk op zijn plaats houdt. Bij het loskoppelen van het staakijzer wordt de noot weggenomen. Zie ook afb. 61. [N O, 14k; N O, 14j] II-3
nors striekel: strieakel (Weert), zuur: zoor (Weert) onvriendelijk, stuurs, nors, bars [aling, strak, grenniog, stom, bars, stuurs, nors, zuur] [N 87 (1981)] III-3-1
nosema nosema: nosema (Weert) Ziekte die de darm van de bij aantast. De nosema-bacil is een darmparasiet of zwakteparasiet. Deze parasiet wordt in de hand gewerkt door stuifmeelgebrek. Deze bacil vormt sporen die in honing verblijven en door de bijen bij de voeding worden ingenomen. Bij hun tocht door de darm ontwikkelen deze sporen zich weer tot bacil. In de darm vermenigvuldigen ze zich zeer snel. De besmette bijen sterven dan ook al na twee à drie dagen. Bestrijding in zeer ernstige gevallen door afzwavelen en verbranden van het volk. Ook andere, chemische bestrijding is mogelijk. [N 63, 71; N 63, 71a] II-6
notariskosten schrijfgeld: schriefgeldj (Weert) gelden die bestemd zijn voor de notaris i.v.m. een openbare verkoping van onroerende goederen [ongelden, den bamis, onraad, herengeld?] [N 21 (1963)] III-3-1
noten noten: nȳtǝ (Weert), nōtǝ (Weert) Tapse houten of ijzeren blokjes in de (zeskantige) steenbus van de ligger die met behulp van spieën worden bijgespied. Zie ook afb. 78. De noten (nø̄tǝ) werden volgens de invuller uit l 265 alleen gebruikt in een ijzeren bus voor het bijstellen daarvan. [Vds 120; Jan 131; N O, 16e; N O, 16f; A 42A, 23 add.] II-3
noten afslaan afhouwen: ± WLD  aafhouwe (Weert) Noten afslaan (boeken, beuken slaan, rammelen, sloesteren). [N 82 (1981)] III-2-3
notenboom notenboom: -  noeëteboam (Weert), notebaum (Weert) okkernoot [DC 17 (1949)] I-7