e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Weert

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
onderhemd hemd: humme (Weert, ... ), hûmme (Weert) hemd || onderhemd, onderkledingstuk dat op het blote lijf gedragen wordt [im, emmek, hem, himp, kemsel, liejms, sjmies, vlok] [N 25 (1964)] III-1-3
onderjurk onderkleed: òngerkleid (Weert), onderrok: ongerrok (Weert) onderjurk, onderkleed met lijfje en schouderbanden [N 24 (1964)] III-1-3
onderkapper, nietenkapper gutsbeiteltje: gøts˱bęjtǝlkǝ (Weert) Soort beitel waarmee men onder de hoefnagel een kleine uitholling in de hoef maakt, om daarin de omgebogen niet te slaan. Zie ook afb. 233. [N 33, 373; N 33, 380] II-11
onderkepers keerstijlen: kīrsti.lǝ (Weert) De evenwijdig aan de smeerstijlen lopende balken in het achterkeuveleinde van de standerdmolen. Zie ook afb. 18. [N O, 44g] II-3
onderkerk onderruimte: ongerruumdje (Weert) De ruimte, de kelder onder de gehele kerk [onderkerk?]. [N 96A (1989)] III-3-3
onderkussen, peluw hoofdpeluw: høͅi̯tpø͂ͅleŋ (Weert), hoofdpulf: huidpöllef (Weert), huidpùllef (Weert), høͅi̯tpøͅləf (Weert, ... ), høͅi̯tpøͅləft (Weert), pulf: pölf (Weert), pøͅləf (Weert) het langwerpig kussen dat op de matras en onder het eigenlijke hoofdkussen ligt (Fr. traversin) [ZND 27 (1938)] || hoofdpeluw || Langwerpig, rond onderkussen onder het hoofdkussen (peul, pulling, uppeling, kopkussen) [N 79 (1979)] || peluw [SGV (1914)] || peluw onder hoofdkussen III-2-1
onderlip onderlip: ongerlup (Weert), ongkerlup (Weert) onderlip [DC 01 (1931)] III-1-1
ondermolen hel: hɛl (Weert) De onderste afdeling van de molenkast, beneden de meelzolder. [N O, 47d] II-3
ondermouw ondermouw: oŋǝrmǫw (Weert) Gedeelte van een tweedelige mouw dat zit aan de kant van het lichaam. Verschillende informanten noemen de ondermouw het onderste gedeelte van de mouw (L 282, Q 99*) of het gedeelte van de mouw onder de oksel (L 265, L 298a, L 299). Zie afb. 49. [N 62, 34c; MW] II-7
ondermouw [wld ii.7, p.84-85] ondermouw: ongermow (Weert) Hoe noemt U de ondermouw (oksel?). Wat bedoelt U daarmee? [N 62 (1973)] III-1-3