e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Weert

Overzicht

Gevonden: 7826
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
besteden besteden: bestiesje (Weert), uitgeven: oetgaeve (Weert) geld uitgeven voor een artikel [besteden, verteren] [N 89 (1982)] III-3-1
besteken besteken: bestaeke (Weert, ... ), bestèke (Weert, ... ), cadeau (fr.) doen: kado doon (Weert) Het gelukwensen en een geschenk aanbieden op verjaardag/naamfeest [bestèke]. [N 96C (1989)] || Iemand besteken (ter gelegenheid van zijn naamfeest). [ZND 33 (1940)] || kado geven [schenken, besteken] [N 89 (1982)] || Kado geven [schenken, besteken]. [N 89 (1982)] III-3-1, III-3-2
bestelde mis bestelde mis: besteldej mes (Weert), besteldje mes (Weert) Een bestelde H. Mis. [N 96B (1989)] || Een mis die gelezen wordt op verzoek van de gelovigen. [N 96B (1989)] III-3-3
bestellen bestellen: bestelle (Weert) opdracht geven om waren af te leveren of te bewaren [bestellen, commanderen] [N 89 (1982)] III-3-1
bestemmen bestemmen: bestumme (Weert) iets of iemand aanwijzen voor een bepaald doel [betijen, bestemmen] [N 85 (1981)] III-1-4
bestendig weer vast (weer): vast waîr (Weert), vast wèèr (Weert), vaste lucht: vaste locht (Weert), vaste lócht (Weert) bestendig weer [vaste lucht] [N 22 (1963)] || lucht die vast, bestendig weer betekent [hooilucht, vaste lucht] [N 81 (1980)] III-4-4
besvrucht, algemeen beer: beer (Weert), beere (Weert), bieër (Weert), ± WLD  bīêr (Weert) bes [SGV (1914)] || bessen [SGV (1914)] || Een vlezige sapige vrucht die aan een struik groeit (bes, bizzem, bezie, beer, bees, bezing, baaie). [N 82 (1981)] I-7
betalen afschieten: afscheete (Weert), dokken: dokke (Weert), lappen: vgl. Bargoens lappen.  lappe (Weert), over de brug komen: over de brök kaome (Weert) betalen, geld uitgeven || betalen, meestal gezamenlijk bijdragen bij kaart- of ander spel || Betalen, over de brug komen [afschieten?] [N 21 (1963)] III-3-1
betaling afrekening: aefraekening (Weert) de betaling voor bijv. geleverde goederen [paai] [N 89 (1982)] III-3-1
beteuterd bedroefd: bedreufdj (Weert), belazerd: belazerdj (Weert), beteuterd: betuuterdj (Weert), betûterj (Weert), de kluts kwijt: he waas de kluts kwiet (Weert), ook materiaal znd 32, 67  de kluts kwiet (Weert), sip: sup (Weert, ... ) beteuterd [SGV (1914)] || beteuterd, onthutst [ZND 01 (1922)] || hij stond beteuterd, onthutst [ZND 32 (1939)] || op zijn neus kijkend, erg teleurgesteld zijnd [sip, arig, dreuig, vernepen, suf, onnozel, bedonderd] [N 85 (1981)] || van zijn stuk gebracht, van streek [bedonderd, beteuterd] [N 85 (1981)] III-1-4