22368 |
op stelten lopen |
op stelten lopen:
op stelte loupe (L289p Weert),
steltlopen:
Sub stêlt. [Met afbeelding].
stêlt loupe (L289p Weert)
|
Op stelten lopen [stelten]. [N 88 (1982)] || Op stelten lopen.
III-3-2
|
21880 |
opbrengst |
opbrengst:
opbringst (L289p Weert)
|
dat wat iets bij verkoping oplevert, de opbrengst [schoor, winst] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
28631 |
opdoeken |
opdoeken:
opdōkǝ (L289p Weert)
|
Een doek onder de korf steken. De uiteinden van de doek worden met pinnetjes of oognagels vastgezet aan de korfwand. Hierdoor verhindert men het wegvliegen van de bijen tijdens het reizen. [N 63, 104a; JG 2b-5, add.; monogr.]
II-6
|
17897 |
opeenschuiven |
stroppen:
(zich) stroppe (L289p Weert)
|
stroppen: Op elkaar schuiven (stroppen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
28482 |
open broed |
open broed:
u.pǝ brōt (L289p Weert)
|
Broed dat nog niet afgesloten of verzegeld is. De toekomstige bij zit dan nog in het stadium van ei en larf. [N 63, 25a; N 63, 20a; N 63, 22c]
II-6
|
21548 |
openbare verkoop |
koopdag:
koupdaag (L289p Weert),
verkoop:
verkoup (L289p Weert),
verkou‧p (L289p Weert),
vurkoup (L289p Weert, ...
L289p Weert)
|
een openbare verkoping aan de meest biedende; verkoping bij opbod bijv. van huizen, landerijen, groenten en fruit, vis, etc. [roep, veiling] [N 89 (1982)] || openbare verkoping van goederen, huisraad vooral [koopdag, uitroep?] [N 21 (1963)] || openbare verkoping van onroerende goederen [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21150 |
openbare weg |
grote weg:
groeete wieeg (L289p Weert)
|
een grote, doorgaande weg, een openbare straatweg (baan, grootbaan, steenweg, kasseiweg, klinkerd, klinkweg) [N 90 (1982)]
III-3-1
|
26546 |
openbreken |
openbreken:
uǝpǝbrę̄kǝ (L289p Weert)
|
De molenstenen van hun plaats nemen als ze gescherpt moeten worden. Daartoe moet de molenaar de kuip met alle toebehoren rondom de stenen verwijderen. Vervolgens licht hij de loper uit het staakijzer en legt hem omgekeerd naast de ligger, zodat het maalvlak van de loper en ligger bewerkt kan worden. De meeste in dit lemma opgenomen termen veronderstellen de (molen)stenen of de molen als object. [N O, 33g; Vds 199; Jan 178; Coe 160; Grof 194]
II-3
|
18199 |
openbroek met linten |
boks:
boks (L289p Weert),
lintenboks:
linteboks (L289p Weert)
|
vrouwen (onder)broek (vero) met zijsplitten en voorzien van linten in de pijpband waarmee de kousen worden vastgemaakt [boks] [N 25 (1964)]
III-1-3
|
23457 |
opening in een galmgat |
galmgat:
gallemgaat (L289p Weert),
galmgaat (L289p Weert)
|
Elk van de openingen in zon venster [schal-laok,-loch?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|