e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Weert

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
tegelsnijder tegelmachientje: tēgǝlmāšiŋkǝ (Weert), tegelmachine: tēgǝlmašin (Weert) Werktuig waarmee tegels gesneden kunnen worden. Er zijn verschillende modellen en uitvoeringen. De 'tegelsnijbeugel' bestaat uit een u-vormig gebogen metalen staaf waarbij aan één uiteinde een rubberen aandrukwiel en aan het andere een hardstalen wieltje is aangebracht. Met behulp van het snijwieltje wordt de glazuurlaag van de tegel ingekerfd. Bij de 'tegelsnijmachine' wordt het snijwieltje met behulp van een hefboom tegen de glazuurlaag van de tegel gedrukt. [N 32, 42a] II-9
tegeltang knibbelaar: knebǝlǝr (Weert), nijptang: niptaŋ (Weert), tegeltang: tēgǝltaŋ (Weert) Tang waarmee kleine stukjes van een tegel geknipt kunnen worden. De tegeltang lijkt op een nijptang maar heeft smallere bekken en langere benen. [N 32, 42b] II-9
tegelzetter metser: [metser] (Weert), tegellegger: tēgǝllęqǝr (Weert), tegelzetter: tēgǝlzę ̝tǝr (Weert), tēgǝlzętǝr (Weert  [(modern)]  ) Arbeider die in een bouwwerk de vloer- en muurtegels plaatst. [N 32, 41d; N 30, 3e] II-9
tegen de bal schoppen schieten: scheete (Weert), stampen: stampe (Weert) Tegen de bal schoppen in het voetbalspel [schoppen, trappen]. [N 88 (1982)] III-3-2
tegen het doek jagen tegen de doek jagen: tēgǝ dǝn dōk jāgǝ (Weert) Vroegere methode van zwermverhindering. Men doekt de korf op en sluit het vlieggat, alsof men wil afjagen. De bedoeling is dat de koninginnepoppen in de doppen afsterven, doordat zij op het weke achterlijf rusten en in elkaar zakken bij het kloppen. Het is geen afdoende manier om het zwermen te verhinderen. [N 63, 96b; monogr.] II-6
tegenvaller strop: strop (Weert) een zwaar geldelijk verlies [krook] [N 89 (1982)] III-3-1
tegenwind wind op de kop: windj oppe kop (Weert) Hoe zegt men: de duiven vliegen met de wind tegen? [N 93 (1983)] III-3-2
telen, verbouwen kweken: kwīǝkǝ (Weert), telen: tȳǝlǝ (Weert), tø̄lǝ (Weert) Het voor gebruik tot ontwikkeling brengen van een gewas. Zie ook de meer specifieke lemma''s ''zaaien'' (2.1) en ''poten, planten'' in aflevering I.5. Voor twachten zie Rutten, Haspengouwsch Idioticon 239: "winnen van zaad". [N Q, 9; L 1 a-m; S 20; Wi 43; monogr.] I-4
teleurgesteld (worden) beteuterd: beteuterdj (Weert), derneven pakken: d⁄r naeve pakke (Weert), derneven vallen: d⁄r naeve valle (Weert), gesneden: gesnieje (Weert), pech hebben: pech hebbe (Weert) in zijn verwachtingen bedrogen uitkomend, teleurgesteld [sneu, snul, bedonderd, beteuterd] [N 85 (1981)] || niet krijgen of ontvangen wat men had verwacht, in zijn verwachtingen bedrogen worden [teleur vallen] [N 85 (1981)] III-1-4
tempel tempel: tęmpǝl (Weert) Het lange, zware hout om de roeden of de as op te tillen. [N O, 35a] II-3