e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Weert

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
uitgegraven dennenwortel poest: pūst (Weert) [R 3, 3; L B2, 344] I-8
uitgestort zaad van de hengst sprong: sprǫŋ (Weert) [N 8, 48 en 49] I-9
uitgeteld zijn uitgeteld zijn: (de koe is) ūtgǝtɛltj (Weert) De koe staat op het punt te gaan kalven. [N 3A, 43] I-11
uitgieten schudden: schōdde (Weert) een vloeistof al gietende doen vloeien uit een kan, fles etc. [storten, plassen, klassen, schenken, uitgieten] [N 91 (1982)] III-4-4
uitglijden glibberen: glibbere (Weert), rutschen (du.): roetse (Weert), uitglijden: oeetglijje (Weert), uitschieten: oetscheete (Weert, ... ), uutscheete (Weert) uitglijden [ötschampe, uitslibbere, uitschuive] [N 10 (1961)] III-1-2
uithoren uitluisteren: oetloeestere (Weert), uitvragen: oetvroage (Weert) door vragen van iemand proberen te weten te komen wat hij voelt, uithoren [horken, funteren, tintelen, uithoren, uithorken] [N 87 (1981)] III-3-1
uitkomen van de eieren kippen: kuppe (Weert) Hoe heet verder: uitkomen van de eieren? [N 93 (1983)] III-3-2
uitkomen van het broed uitbreken: ȳtbrę̄kǝ (Weert) Het uit de cellen komen van het rijpe broed. Als het broed rijp is, breekt het uit het stadium van pop. De bij wordt geboren als werkbij, koningin of dar. De werkbij komt na 21 dagen, de koningin na 15 à 16 dagen en de dar na 24 dagen te voorschijn. Soms kan er een kleine speling zijn in deze aantallen. De werkbij knaagt bij stukjes en beetjes het celdekseltje weg, de dar scheurt het zegel met de kaken geheel af en de koninginnepop stoot met één kopbeweging de cel, die eerst is rondgesneden, open. [N 63, 23c; Ge 37, 47] II-6
uitleg uitleg: oetlek (Weert), verduitsel: verduutsel (Weert) het verklaren, uitleggen [uitleg, bedied, bedietsel] [N 85 (1981)] III-3-1
uitleggen diets maken: duuts make (Weert), uitduiden: oetduije (Weert), uitleggen: oetlegke (Weert), ūtlęqǝ (Weert), verduitsen: verduutse (Weert) duidelijk maken, uitleggen [uitduiden, uitbeduiden] [N 85 (1981)] || Een kledingstuk langer of ruimer maken door onderaan een zoom uit te leggen. [N 59, 191; N 62, 23b; MW] II-7, III-3-1