| 30004 |
vuurvaste mortel |
vuurvaste specie:
vø̜rvastǝ spēsi (L289p Weert)
|
Mortel voor vuurvast metselwerk. Vuurvaste mortel wordt volgens de invuller uit L 321 gebruikt voor stoomketels, kachels en fornuizen. Zwiers II (pag. 548) geeft als grondstoffen voor vuurvaste mortel: zeer schrale klei of één deel portlandcement en drie delen zand met zo weinig mogelijk water aangemaakt. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '-(spijs)' het lemma 'Mortel'. [N 30, 38c]
II-9
|
| 29814 |
vuurvaste stenen |
vuurvaste stenen:
vø̄̄rvastǝ stęjn (L289p Weert)
|
Stenen die bestand zijn tegen vuur. Zij worden onder meer gebruikt bij de bouw van ovens. Het woorddeel chamotte- in de woordtypen chamottestenen en chamottebrikken verwijst naar het mengsel van fijngemalen scherven dat bij dit soort stenen aan de klei wordt toegevoegd. [N 30, 54b; N 98, 160 add.]
II-8
|
| 25125 |
waaienx |
blazen:
bloaze (L289p Weert),
waaien:
het wejdje (L289p Weert),
wejje (L289p Weert, ...
L289p Weert),
wèije (L289p Weert)
|
het waaide [SGV (1914)] || waaien [N 22 (1963)], [SGV (1914)]
III-4-4
|
| 21617 |
waarde van 30 stuiver |
daalder:
daalder (L289p Weert)
|
waarde van 30 stuiver = F 1,50 [daalder, dolde?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
| 21615 |
waarde van 6 stuiver |
krentje:
krentje (L289p Weert)
|
waarde van 6 stuiver [een schilling?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
| 18860 |
waarderen |
tellen:
telle (L289p Weert),
waarderen:
waardiere (L289p Weert)
|
op de juiste of op hoge waarde schatten, op prijs stellen [waarderen, tellen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
| 19005 |
waarheid |
waarheid:
waoret (L289p Weert)
|
waarheid
III-1-4
|
| 21457 |
waarschuwen |
attent (<fr.) maken:
attent maake (L289p Weert),
manen:
Van Dale: IV. manen, 1. (iem.) met aandrang herinneren aan een verplichting, hem opwekken tot het vervullen ervan, m.n. tot betaling.
maane (L289p Weert),
schreeuwen:
schrieeuwe (L289p Weert),
waarschuwen:
waarschowwe (L289p Weert)
|
het attent maken op gevaar of nadeel dat men door een bepaalde oorzaak zou kunnen ondervinden [vermaan, waarschuwing] [N 85 (1981)] || het geluid dat vogels maken wanneer men te dicht bij hun nest komt (kijven) [N 83 (1981)]
III-3-1, III-4-1
|
| 21999 |
wachten op de geloste duiven |
letten:
lette (L289p Weert)
|
Hoe zegt men: wachten op de geloste duiven? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
| 20440 |
wachthouden bij een dode |
doodbidden:
doeëtbaeje (L289p Weert),
waken:
weake (L289p Weert)
|
doodbidden || wachthouden bij een dode [waken] [N 87 (1981)]
III-2-2
|