e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Welkenraedt

Overzicht

Gevonden: 1023
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lange broek bots: ən bots (Welkenraedt), lange bots: lang bots (Welkenraedt) lange broek (hoe heet ...?) [ZND 22 (1936)] III-1-3
lantaarn lucht: leuwet (Welkenraedt), ly(3)̄ət (Welkenraedt) lantaarn [ZND 01 (1922)] III-2-1
laten laten: loute (Welkenraedt), lōͅtə (Welkenraedt) laten [ZND 08 (1925)], [ZND 25 (1937)] III-1-2
lenen lenen: lī[ə}nə (Welkenraedt) leenen [ZND 14 (1926)] III-3-1
leren leren: doe haas huj et chtrengste gelierd en doe bes braaf gewèst du mochs vreuger no hoes goe ens de ander (Welkenraedt), dow has hyj ət mejstə gəli‧ət, də bez brāf chəwest dow kāns fr"gər hēvəš chūən wi də āndər (Welkenraedt) Gij hebt vandaag het meeste geleerd en ge zijt braaf geweest, gij moogt vroeger naar huis gaan als de andere. Gij: deze ganse zin staat in de tweede pers. enkelv. [ZND 04 (1924)] III-3-1
leverworst leverworst: lèverwojsch (Welkenraedt), lɛ̄vərwu̞əš (Welkenraedt) leverworst [ZND 21 (1936)] III-2-3
lichaam lichaam: Geheel: hoofd, romp, ledematen.  lichaam (Welkenraedt) het lichaam [ZND 30 (1939)] III-1-1
lichaamsvocht leewater: leəwatər (Welkenraedt) het leewater (ziekte van de gewrichten; Fr. épanchement de synovi) [ZND 01u (1924)] III-1-2
lied, liedje liedje: liətjə (Welkenraedt) liedje [RND] III-3-2
lief (bv.) lief: ook materiaal znd 4, 14  leef (Welkenraedt) lief [ZND 01 (1922)] III-1-4