e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Wellen

Overzicht

Gevonden: 4045
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
angelusklok angelusklok: de anjelusklok ləd (Wellen), bedeklok: de beeeklok (Wellen) De angelusklok luidt. [ZND 32 (1939)] III-3-3
anjelier kernoffel: ook ZND 1 (a-m) en ZND 1u, 007  kernoffel (Wellen) Anjelier, Fr. oeillet, Lat. Dianthus [ZND 15 (1930)] I-7
anjer, anjelier (dianthus caryophyllus l.) genoffel: -  kərnoffel (Wellen), kərnuffel (Wellen) tuinanjer III-2-1
appel, algemeen appel: appel (Wellen, ... ), appəl (Wellen, ... ) [ZND 01 (1922)] [ZND 26 (1937)] I-7
appelbol appelbeignet: appelbénje (Wellen), konijnenkop: kenijnəkop (Wellen) appel in deeg gedraaid en in de oven gebakken [ZND 32 (1939)] III-2-3
appelmoes appelenprut: appeleprüt (Wellen), appelprut: vroeger  appelprüt (Wellen), appelspijs: vroeger  appelspijs (Wellen), compte: compot (Wellen), spijs: spees (Wellen) appelmoes [ZND 32 (1939)] III-2-3
appelstroop appelstroop: apǝlstrǫwp (Wellen) Stroop, gemaakt van appelen. [N 57, 34b; N 57A, 6; N 38, 2; monogr.] II-2
appeltaartje pat-tje: patêîke (Wellen), toeslag: touslāog (Wellen) een klein appeltaartje, in de vorm van een halve maan [ZND 32 (1939)] III-2-3
appelvink appelvink: vdBerg; omgesp.  apəlvēͅŋk (Wellen) appelvink (18 grote snavel, kort staartje; grote vogel; zeer schuw; zeldzaam; vreet vruchtenpitten; roep [ptik] [N 09 (1961)] III-4-1
appelwijn cider: sidǝr (Wellen) Wijn, gemaakt van appelen. [N 57, 38b] II-2