e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Wellen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pruik pruik: prik (Wellen, ... ) perruque: perruque || Pruik. Kunstmatig vervaardigde haarbedekking, valse haardos [pruik, calotte, toupet] [N 114 (2002)] III-1-3
pruim oogstpruim: oostproume (Wellen), pruim: proum (Wellen) [ZND 10 (1925)] [ZND 34 (1940)] I-7
prutsen fritselen: fritsele (Wellen) Frutselen (met kleinigheden bezig zijn). [ZND 35 (1941)] III-1-4
prutswerk knoei: wa⁄ne knooi (Wellen), onnuttig werk: wa⁄n onnuttig werk (Wellen) Wat een geknoei (slecht en slordig werk). [ZND 35 (1941)] III-1-4
puber jongen: juwnge (Wellen) iemand van jeugdige leeftijd (jongere) [N 102 (1998)] III-2-2
puimsteen puimsteen: pø̜̄mstēn (Wellen) Lichte poreuze gestolde lava met een sponsachtig uiterlijk voor het polijsten van houtwerk en het inschuren van natte grondverf. De 'Gotlandsteen' (Q 162) is een zeer fijnkorrelige zandsteen uit Gotland in Zweden, harder dan puimsteen, die voor fijn schuurwerk wordt gebruikt. [S 29; L 40, 80; N 67, 60c; Renders 1; monogr.] II-9
puistjes brobbels: broebels (Wellen) Puistjes (bobbels, broebels, bulten). [N 109 (2001)] III-1-2
punaise punaise (fr.): pənɛ.js (Wellen) Punaise: Duimspijkertje. III-3-1
punt van het blad van de zeis tip: tep (Wellen), tip (Wellen) De scherpe punt aan het blad van de zeis, aan het uiteinde tegenover de arend en de hak. Zie afbeelding 5, nummer 3. [N 18, 68c; JG 1a, 1b, 2c; monogr.] I-3
pupil kindje: kindje (Wellen) Pupil: het donkere gedeelte van het oog dat wijder of nauwer wordt naarmate er meer of minder licht in valt (pupil, kijker, oogappel). [N 106 (2001)] III-1-1