18403 |
pruik |
pruik:
prik (Q078p Wellen, ...
Q078p Wellen)
|
perruque: perruque || Pruik. Kunstmatig vervaardigde haarbedekking, valse haardos [pruik, calotte, toupet] [N 114 (2002)]
III-1-3
|
20911 |
pruim |
oogstpruim:
oostproume (Q078p Wellen),
pruim:
proum (Q078p Wellen)
|
[ZND 10 (1925)] [ZND 34 (1940)]
I-7
|
18926 |
prutsen |
fritselen:
fritsele (Q078p Wellen)
|
Frutselen (met kleinigheden bezig zijn). [ZND 35 (1941)]
III-1-4
|
18930 |
prutswerk |
knoei:
wa⁄ne knooi (Q078p Wellen),
onnuttig werk:
wa⁄n onnuttig werk (Q078p Wellen)
|
Wat een geknoei (slecht en slordig werk). [ZND 35 (1941)]
III-1-4
|
20311 |
puber |
jongen:
juwnge (Q078p Wellen)
|
iemand van jeugdige leeftijd (jongere) [N 102 (1998)]
III-2-2
|
30687 |
puimsteen |
puimsteen:
pø̜̄mstēn (Q078p Wellen)
|
Lichte poreuze gestolde lava met een sponsachtig uiterlijk voor het polijsten van houtwerk en het inschuren van natte grondverf. De 'Gotlandsteen' (Q 162) is een zeer fijnkorrelige zandsteen uit Gotland in Zweden, harder dan puimsteen, die voor fijn schuurwerk wordt gebruikt. [S 29; L 40, 80; N 67, 60c; Renders 1; monogr.]
II-9
|
18110 |
puistjes |
brobbels:
broebels (Q078p Wellen)
|
Puistjes (bobbels, broebels, bulten). [N 109 (2001)]
III-1-2
|
21479 |
punaise |
punaise (fr.):
pənɛ.js (Q078p Wellen)
|
Punaise: Duimspijkertje.
III-3-1
|
32879 |
punt van het blad van de zeis |
tip:
tep (Q078p Wellen),
tip (Q078p Wellen)
|
De scherpe punt aan het blad van de zeis, aan het uiteinde tegenover de arend en de hak. Zie afbeelding 5, nummer 3. [N 18, 68c; JG 1a, 1b, 2c; monogr.]
I-3
|
17594 |
pupil |
kindje:
kindje (Q078p Wellen)
|
Pupil: het donkere gedeelte van het oog dat wijder of nauwer wordt naarmate er meer of minder licht in valt (pupil, kijker, oogappel). [N 106 (2001)]
III-1-1
|