e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Widooie

Overzicht

Gevonden: 327
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
prent(je) beeld(je): bilt-sjê (Widooie), prent(je): prîn-tjê (Widooie), prînt (Widooie) Prent. || Prentje. III-3-2
priktol gooidop: gooidop (Widooie) Hoe noemt men een dergelijk stuk speelgoed dat in bezeging wordt gebracht met behulp van een touwtje dat er omheen wordt gedraaid? [priktol] [Lk 03 (1953)] III-3-2
punt van het blad van de zeis tip: tup (Widooie) De scherpe punt aan het blad van de zeis, aan het uiteinde tegenover de arend en de hak. Zie afbeelding 5, nummer 3. [N 18, 68c; JG 1a, 1b, 2c; monogr.] I-3
raden geraden: grôj-je (Widooie) Raden. III-3-2
ravotten razen: rooê-zê (Widooie) Stoeien. III-3-2
rijden rijden: rijen (Widooie) rijden [ZND 25 (1937)] III-3-1
rijzen, uit de aren vallen rijzen: ręi̯zǝ(n) (Widooie) Het uit de aren vallen van de graankorrels, wanneer het graan goed droog is en op de wagen getast wordt. ''tasser op de wagen'' (5.1.5). In L 286 en 288 voegt men toe dat dergelijk koren rijskoren (riskōrǝ) wordt genoemd. De laatste drie uitdrukkingen betekenen zoveel als: "het koren is zo droog dat de korrels uit de aren vallen". Naar de fonetische verschijningsvorm zouden de uitdrukkingen (het is) rijs echter ook persoonsvormen van het werkwoord rijzen kunnen zijn.' [N 15, 53; JG 1a, 1b, 2c; L 32, 41; monogr.] I-4
rode kool rode kabuis: rooie kabuis (Widooie), rode kool: rooie keul (Widooie) Rode kool (als plant of gewas) [Lk 05 (1953)] I-7
rongblokken steunblokken: stø̜i̯nblø̜k (Widooie) Twee tot vier dwarsbalken die zowel bij de hoogkar met ladders als bij de langwagen voorkomen en waarin op de uiteinden de rongen gestoken worden. Bij de hoogkar gaat het om blokken waarop de ladders rusten. Deze ladders worden dan ondersteund door de rongen, die in de rongblokken zitten. Bij de wagen gaat het om dwarsbalken die op de langboom bevestigd zijn. Hier ondersteunen de rongen die in de rongblokken zitten de zijwanden van de wagen. [N 17, 12b + 13a + 44f + 44g; N G, 70c; JG 1b; JG 1d; JG 2b; JG 2c; monogr.] I-13
rongen grabstekken: grapstɛkǝ (Widooie) Twee tot acht houten of ijzeren spijlen die op de kar of wagen staan ter versteviging en/of ondersteuning van de zijwand (zowel -plank als -ladder). De rongen zitten bij de wagen in de rongblokken, terwijl ze bij de kar door middel van rongkrammen bevestigd zijn aan de onderzijde van de draagbalken van de karbak. [N 17, 12c + 31 + 44g + add; N G, 60d; JG 1a; JG 1b; JG 2b; JG 2c; Lu 4, 3a] I-13