e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Wijlre

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
witte waterlelie waterlelie: -  waterlilje (Wijlre), tamelijk onbekend.  water-lelie (Wijlre) witte waterlelie [DC 17 (1949)] III-4-3
woede colrig (<fr.): koleirig (Wijlre) hevige boosheid [gift, gif, koleire, woede, horzel, frut] [N 85 (1981)] III-1-4
woekeren woekeren: woekere (Wijlre) onwettige winst die verkregen is door misbruik te maken van de nood van iemand anders bijv. door te veel rente te vragen [woeker, woekerij, usure] [N 89 (1982)] III-3-1
woelen grauwelen: graujele (Wijlre) Woelen: onrustig heen en weer bewegen (woelen, spollen). [N 84 (1981)] III-1-2
woensdagx goensdag: goenstig (Wijlre) de vierde dag van de week, woensdag [goensdag] [N 91 (1982)] III-4-4
woest, wild rijden jakkeren: jakkere (Wijlre) woest, wild rijden [rossen, rotsen] [N 90 (1982)] III-3-1
wolkenbank streep: sjtriep (Wijlre) lange streep wolken die onbeweeglijk aan de horizon hangt [bank] [N 81 (1980)] III-4-4
wonen wonen: woënt (Wijlre) een nestje hebben, gezegd van vogels (nesten, wonen, houden) [N 83 (1981)] III-4-1
woonwagen woonwagen: woenwaage (Wijlre) De woonwagen van kermisklanten [karrakiekast, brak]. [N 90 (1982)] III-3-2
woord woord: woͅət (Wijlre) woord [RND] III-3-1