e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Wijlre

Overzicht

Gevonden: 2759
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zaak bedrijf: bedrief (Wijlre) inrichting voor de uitoefening van een bepaalde tak van industrie, handel, enz. [bedrijf, zaak, gedoente, doen, gedoe, gedoendel] [N 89 (1982)] III-3-1
zachte wind, briesje windje: è windje (Wijlre) nauwelijks hoorbare wind [floes] [N 81 (1980)] III-4-4
zakhorloge tassenuur: tesjeoer (Wijlre, ... ) uurwerk dat men aan een ketting in het vestzakje of de broekzak draagt [knol, raap] [N 86 (1981)] || uurwerk dat men bij zich draagt, bijv. om de pols [glozie, lozie, allozie] [N 86 (1981)] III-1-3
zandkorrel, korreltje zand korreltje: e ke͂rrelke (Wijlre) zandkorrel, korreltje zand [zandeke] [N 81 (1980)] III-4-4
zaniken, zeuren zeiken: seiken (Wijlre), zeuren: zeure (Wijlre) langdurig of telkens op dezelfde toon of lastige manier over iets spreken, bijv. om zich te beklagen [zeuren, zaniken, zemelen, nijnaaien, merelen, nosteren, memmen, melken, naaien, moesjanken] [N 87 (1981)] || steeds over een vervelende wijze over iets spreken [semmelen, zeveren, zagen, zemelen, zeuren, zaniken] [N 85 (1981)] III-3-1
zavel, lichte klei foemelzand: foemmel zand (Wijlre) zand met kwarts, gele, bruine of grijze aarde [zavel] [N 81 (1980)] III-4-4
zedelijk slecht meisje fluit: fluit (Wijlre) een zedelijk slecht meisje [wiender, loeder, loopster, kit, duivin, lellebel, sloerie, wats, flauwtoet] [N 86 (1981)] III-2-2
zedig netjes: netjes (Wijlre) zich strikt houdend binnen de grenzen van het zedelijk geoorloofde [stil, zedig] [N 85 (1981)] III-1-4
zeekool witlof: witlof (Wijlre) De overblijvende plan met dikke knoestige wortelstok en talrijke uitlopers waaruit hier en daar stengels opstijgen; de bladen geven een zeer vroege, smakelijke groente waarmee men ze in het voorjaar tegen de invloed van het licht beschermt; zeekool (oudew [N 82 (1981)] I-7
zeemlap vensterleer: venstərlēͅr (Wijlre, ... ) zeemleren voorwerp waarmee de ruiten worden afgedroogd [DC 15 (1947)] III-2-1