e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Zolder

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kegelbaan add. manchetbaan: vgl. pag. 487 sub vleugbaon: Z. vleuge 2 [de kegels rechtstreeks treffen, zonder de bal eerst op de plank te laten neerkomen; meestal richt men zich daarbij op de voorste kegel, die zich dwars moet zetten en zo de andere kegels neerhalen]. Tgov. másjètbaon (rolbaan).  másjètbaon (Zolder), vleugbaan: Z. vleuge 2 [de kegels rechtstreeks treffen, zonder de bal eerst op de plank te laten neerkomen; meestal richt men zich daarbij op de voorste kegel, die zich dwars moet zetten en zo de andere kegels neerhalen]. Tgov. másjètbaon (rolbaan).  vleugbaon (Zolder) (Kegelt.) Kegelbaan waarbij kon gevleugt worden. || Kegelbaan met lange smalle plank tot aan de werper. III-3-2
kegelbal kegelsbol: (sb > zb)  kee.gelsbó.l (Zolder) Kegelbal. III-3-2
kegelen kegelen: kee.gele (Zolder), kegele (Zolder, ... ) 1. Kegelen. || Zij zijn aan het kegelen. [ZND 36 (1941)] III-3-2
kegelen add. manchetten: másjètte, mesjètte (Zolder) Kegelen op een manchetbaan. III-3-2
kegels (mv.) kegels: bɛtə ke.gəlz wərtər nəmi gəspölt (Zolder), kegels (Zolder, ... ) Er zijn negen kegels. [ZND 36 (1941)] || met de kegels wordt er niet meer gespeeld [RND] III-3-2
kegelspel add. zomer: vgl. zuume: 2. (Fig., kegelspel) als laatste werpen.  zuumer (Zolder) Degene die bij het kegelspel het laatste mag werpen. III-3-2
kelder keller: keller (Zolder), ke̝ͅlər (Zolder), kələr (Zolder) kelder [RND], [ZND 36 (1941)] III-2-1
kerel kerel: ke.ərḷ (Zolder) kerel [RND] III-3-1
keren draaien: drɛǝn (Zolder), omdraaien: ømdrɛ̄n (Zolder) Omkeren van de stof van een oud kledingstuk, zodat het er weer fatsoenlijk uitziet. In L 27, 74 is gevraagd naar het keren van een jas. [N 59, 190b; N 62, 21a; L 27, 74; MW] II-7
kerk kerk: hieͅ war tə vrøx inə keͅrək (Zolder) te vroeg in de kerk zijn [N 08 (1961)] III-3-3