18586 |
bustehouder |
soutien (fr.):
Soutien.
sutjen (K361p Zolder)
|
bustehouder, steunlijfje voor de boezem [N 25 (1964)]
III-1-3
|
18588 |
bustehouder: spotnamen |
tettengeer:
Tettesjeir.
te.təžeir (K361p Zolder)
|
bustehouder, steunlijfje voor de boezem [N 25 (1964)]
III-1-3
|
20223 |
buurman |
buurman:
`t es va mènne Nonk, va mè Mōēijer, vanne Boerman (K361p Zolder),
boerman (K361p Zolder),
gebuur:
`t ēs va nonk, va me moeier, van ōze geboer (K361p Zolder),
geboer (K361p Zolder, ...
K361p Zolder,
K361p Zolder)
|
buurman [ZND 17 (1935)], [ZND 44 (1946)] || Het is van mn oom, van mn moeder, van buurman [ZND 44 (1946)]
III-3-1
|
18557 |
capuchon |
kap:
Verklw. \\ kpk\\
kàp (K361p Zolder)
|
de capuchon [N 59 (1973)]
III-1-3
|
22423 |
carambole |
carambole (fr.):
ne káremból maa.ke (K361p Zolder)
|
het raken van de rode bal en één van de beide witte met de andere witte bal waarmee gespeeld wordt in een bepaald biljartspel [carambole, karbel, kerbol, karbelhouwogen] [N 112 (2006)]
III-3-2
|
18067 |
cariës |
gaatjes:
gaatjes (K361p Zolder)
|
Cariës: tandbederf, langzame vernietiging van het glazuur van de tand (wolf, rotte tanden, cariës). [N 107 (2001)]
III-1-2
|
22828 |
carnaval |
carnaval:
Jonger; vgl. vasteloeë.vet.
kárneval (K361p Zolder)
|
Carnaval.
III-3-2
|
22439 |
carnavalsoptocht |
carnavalstoet:
kárnevalstoet (K361p Zolder, ...
K361p Zolder),
stoet:
stoet (K361p Zolder),
vastelavondstoet:
vasteloeë.vetstoet (K361p Zolder)
|
[Carnavalsoptocht]. || Carnavalstoet. || de optocht met carnaval [cavalcade] [N 112 (2006)] || Stoet (optocht, menigte).
III-3-2
|
33749 |
castreren |
castreren:
kastrērǝ (K361p Zolder),
snijden:
snei̯ǝ (K361p Zolder),
snęi̯.ǝ (K361p Zolder),
snęi̯ǝ. (K361p Zolder)
|
Een mannelijk paard onvruchtbaar maken door de teelballen weg te snijden; men spreekt dan van een ruin. Vgl. het lemma ''ruin'' (2.1.3). [JG 1a, 1b; N 8, 60] || Het varken onvruchtbaar maken. Mannelijke varkens castreert men door ze de teelballen weg te nemen. [N 76, 44; JG 1a, 1b; monogr.] || In dit lemma worden twee manieren van castreren onderscheiden: A. onvruchtbaar maken door de teelballen weg te nemen, weg te snijden of te kwetsen, en B. onvruchtbaar maken door de teelballen af te binden of af te knijpen.. [N 3A, 19; JG 1a, 1b; A 3, 37; A 4, 12; L 4, 37; L 20, 12; Wi 16; monogr.]
I-11, I-12, I-9
|
21539 |
centiem |
cent:
ne cent (K361p Zolder)
|
koperen munt van 1 centiem [N 21 (1963)]
III-3-1
|