e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Zonhoven

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gat in een kledingstuk kot: koot (Zonhoven), ə kōwət en̄ kōͅs (Zonhoven) een gat in een kous [ZND 23 (1937)] || gat in een kledingstuk, bijv. een kous [N 86 (1981)] III-1-3
gat, opening gat: gat (Zonhoven) gat [ZND 01 (1922)] III-4-4
gauwdief schelm: schelm (Zonhoven) een dief die op behendige, listige wijze te werk gaat [gauwdief, schelm] [N 90 (1982)] III-3-1
gazon pelouse (fr.): pelōēsj (Zonhoven), De pel؉sj ao.fmééën: het gazon afmaaien  pelōēsj (Zonhoven) gazon || grasperk III-2-1
gebakken appelschijven boomspek: boemspék (Zonhoven) appelschijven in de pan gebakken III-2-3
gebed gebed: gebed (Zonhoven) Een gebed, [jebed?]. [N 96B (1989)] III-3-3
gebeden gebeden: gebeden (Zonhoven) De gebeden meervoud. [N 96B (1989)] III-3-3
gebedsweek bidweek: bidwiejek (Zonhoven) Een gebedsweek. [N 96B (1989)] III-3-3
gebit gebit: gebeet (Zonhoven), gəbējət (Zonhoven) hij heeft een goed gebit [ZND 35 (1941)] III-1-1
gebluste kalk gebluste kalk: gǝbløs˱dǝ kalǝk (Zonhoven), geleste kalk: gǝlɛs˱dǝ kalǝk (Zonhoven), leskalk: lɛskalǝk (Zonhoven) Ongebluste kalk die met water is aangelengd. Zie ook het lemma 'Kalk blussen'. Gebluste kalk wordt gebruikt bij de bereiding van mortel. Woordtypen als 'stubkalk', 'poederkalk', 'poeder' en 'zakjeskalk' verwijzen naar schelpkalk die direct na het branden droog geblust wordt en in poedervorm op de bouwplaats wordt aangeleverd. [N 30, 30a; N 30, 30b; N 30, 30c; N 30, 32f; monogr.] II-9