e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Zonhoven

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kluizenaarswoning kluis: kluis (Zonhoven) De woning van zon kluizenaar [kloes]. [N 96D (1989)] III-3-3
kluwen bobijntje: bōͅmbēͅnskən (Zonhoven) Kluwen. [ZND 01 (1922)] III-1-3
knakworst heelworst: knakworst  hēlwōͅrst (Zonhoven) worst [ZND 21 (1936)] III-2-3
knap meisje handig maagdje: hénnəch mèèəchtə (Zonhoven), handig teefje: hénnich teeëfke (Zonhoven), pront wicht: pró.nt wecht (Zonhoven), schoon maagdje: schoe miëchte (Zonhoven) knap meisje || knap, mooi meisje III-1-4
knarsen schuren: schoeren (Zonhoven) een scherp, ongelijkmatig, schurend of malend, onaangenaam aandoend geluid voortbrengen [kniersen, knoersen, knarsen] [N 91 (1982)] III-4-4
knecht, algemeen knecht: knēxt (Zonhoven), knęxt (Zonhoven) [L 1, a-m; S 26; Wi 8; monogr.; add. uit S 6] I-6
knellen duwen: doͅuə (Zonhoven), pitsen: petse (Zonhoven), petsə (Zonhoven), peͅtsən (Zonhoven) die schoenen knellen mij (doen pijn) [ZND 28 (1938)] || knellen [ZND 01 (1922)] III-1-2
knellen, gezegd van schoenen duwen: doawen (Zonhoven), doͅuə (Zonhoven), pitsen: petse (Zonhoven), petsə (Zonhoven) die schoenen knellen mij (doen pijn) [ZND 28 (1938)] || drukken en daardoor pijn veroorzaken, gezegd van schoenen die te klein zijn [knellen, klemmen, drukken] [N 86 (1981)] III-1-3
kneu heimavertje: (hee)moaverke (Zonhoven), knijper: carduelis cannabina  knɛ̄əpər (Zonhoven), maverke: carduelis cannabina  mōͅvərkə (Zonhoven) kneu III-4-1
kneuzen blutsen: bløtsən (Zonhoven), nutsen: nətsn (Zonhoven) blutsen, kneuzen (van appelen): de appelen niet blutsen [ZND 21 (1936)] III-2-3