34623 |
met de kar rijden, iets vervoeren |
rijden:
rē̜n (Q001p Zonhoven),
varen:
vārǝ (Q001p Zonhoven)
|
Dit lemma vormt een aanvulling van het lemma met paard en kar rijden in wld I.10. Alleen de opgaven voor de plaatsen waarvoor in WLD I.10 geen materiaal voorhanden was, zijn hier opgenomen. De kaart combineert de gegevens van beide lemmata. [N 17, 94; RND 97; monogr.]
I-13
|
17868 |
met de linkerhand |
met de linkse hand:
be de lenksche hand (Q001p Zonhoven),
be sən leŋsə hānt (Q001p Zonhoven)
|
met de linkerhand [ZND 37 (1941)]
III-1-2
|
33005 |
met de volle hand -zaaien |
bet de volle hand:
bę dǝ vǫl hā.nt (Q001p Zonhoven)
|
Vroeger zaaide men uitsluitend met de hand. Het koren werd met de volle hand gezaaid: de zaaier neemt een ''handvol'' (lemma 2.13) graan en werpt het met een ''zwaai'' (lemma 2.14) een beetje omhoog, zodat hij het voor zich uiteen ziet vallen. [JG 1a; monogr.]
I-4
|
33999 |
met de zweep slaan of geluid geven |
klatsen:
kla.tsǝ (Q001p Zonhoven),
smakken:
smakǝ (Q001p Zonhoven)
|
Het slaan met de zweep brengt een knallend geluid voort. Terwijl in de enquête van J. Goossens het werkwoord zwepen in de jaren vijftig enkel voor Achel (L 282) en Hamont (L 286) werd opgetekend, vermeldt de enquête van P. Willems (1885)het nog voor een groot aantal gemeenten uit de beide Limburgen. Zie in dit verband ook ros voor "paard" (WLD I, afl. 9, p. 5). [JG 1a, 1b, 2c; L 8, 141a; Wi 42; monogr.]
I-10
|
22641 |
met een drijftol spelen |
kokkernellen:
Afl. sub *kokkernel.
kòkkernélle (Q001p Zonhoven),
werkwoord: kokkernellen
kokkernellen (Q001p Zonhoven)
|
/ [SND (2006)] || Met de drijftol spelen.
III-3-2
|
22760 |
met een priktol spelen |
doppen:
Afl. sub **dop1.
dóbbe (Q001p Zonhoven)
|
Met de priktol spelen.
III-3-2
|
22761 |
met een priktol spelen -> een priktol bovenhands uitwerpen |
koningkappen:
Bij het *doppen werd met de priktol gekapt naar de priktol van een tegenspeler met de bedoeling deze te klieven of fel te beschadigen.
keu.ningkappe (Q001p Zonhoven)
|
*Koningkappen: Jongensspel.
III-3-2
|
17946 |
met grote stappen lopen |
schrijden:
schrejen (Q001p Zonhoven)
|
Grote stappen maken (greien, schrijden, treden, stappen). [N 109 (2001)]
III-1-2
|
20570 |
met kleine hapjes eten |
smetselen:
smetselen (Q001p Zonhoven)
|
Hoe noemt U: Druk eten met kleine hapjes (busselen) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
34140 |
met opgeheven staart rondlopen |
biezen:
bezn (Q001p Zonhoven)
|
[N 3A, 9a; JG 1a, 1b; monogr.]
I-11
|