18136 |
schrammen |
krabben:
krabben (Q001p Zonhoven)
|
Schrammen: de bovenhuid zeer licht openrijten (schrammen, (s)krassen, krabbe(le)n). [N 107 (2001)]
III-1-2
|
20789 |
schransen |
inmaken:
Diue kónt hénnech wat è.nmao.ke: jij bent nogal een veelfraat
è.nmao.ke (Q001p Zonhoven)
|
veel eten, m.n. met gretigheid
III-2-3
|
31052 |
schrappen |
met glas afkrabben:
met glas afkrabben (Q001p Zonhoven)
|
Met schrapglas de zool- en hakrand gladmaken. [N 60, 119a]
II-10
|
17947 |
schrede |
schrede:
schreej (Q001p Zonhoven)
|
een schrede (zover men ineens kan stappen) [ZND 42 (1943)]
III-1-2
|
21368 |
schreeuwen |
keken:
kęi̯kǝn (Q001p Zonhoven),
schreeuwen:
schrieven (Q001p Zonhoven),
sxrīvǝ (Q001p Zonhoven),
šxrīvǝ (Q001p Zonhoven)
|
Het schreeuwen van een varken ten teken van honger of bij het slachten. [N 19, 24; JG 1a, 1b; N 76, 33; monogr.; N 19, Q 111 add.] || luid en doordringend roepen, schreeuwen [kweken, kwaken, keken, schreien, krijten, krijsen] [N 87 (1981)]
I-12, III-3-1
|
19728 |
schrijftafel, bureau |
bureau:
beroo (Q001p Zonhoven),
broo (Q001p Zonhoven),
lèch ¯t mér óp menne beroo: leg het maar op mijn bereau
beroo (Q001p Zonhoven)
|
bureau || schrijftafel
III-2-1
|
24373 |
schrijvertje |
schrijvertje:
schrijverke (Q001p Zonhoven)
|
schrijvertje: Hoe noemt u in uw dialect het zilveren torretje dat in groepjes kringelende bewegingen maakt op het wateroppervlak? Het lijf van het insect ligt op het water waardoor de pootjes niet te zien zijn. [N100 (1997)]
III-4-2
|
33816 |
schrikachtig |
schouw:
sxǫu̯ (Q001p Zonhoven)
|
Gezegd van schichtige, schuwe paarden, die angst hebben voor plotselinge geluiden en bewegingen. Zij slaan dan eventueel op hol, zodat zij streng aan de lijn gehouden dienen te worden. [JG 1a; N 8, 64j en 64k]
I-9
|
22482 |
schrikkeljaar |
schrikkeljaar:
schrikəljoər (Q001p Zonhoven)
|
Schrikkeljaar.
III-3-2
|
18871 |
schrikken |
verschieten:
verschīē.ëte (Q001p Zonhoven)
|
schrikken
III-1-4
|