e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Zussen

Overzicht

Gevonden: 107

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
koster koster: də ke"ster (Zussen) Koster. [ZND 37 (1941)] III-3-3
krijgertje spelen katje lopen: /  ketje loope (Zussen), vangertje spelen: /  vangerke (Zussen) / [SND (2006)] || ? tikkertje [SND (2006)] III-3-2
krijt krijt: ĕ stĕuk wit krēt (Zussen) Een stuk wit krijt. [ZND 37 (1941)] III-3-1
laars (alg.) bot: botte (Zussen), stevel: stīvel (Zussen) Laars, een paar laarzen (hoge laars met schoen eraan vast) [ZND 37 (1941)] III-1-3
lade lade van de tafel: la͂i van də tàfəl (Zussen) lade van een tafel [ZND 37 (1941)] III-2-1
lampenpit wiek: wīk (Zussen) lampepit van katoen in een petroleumlamp (limet, lemmet, lemment, lemmert) [N 20 (zj)] III-2-1
langzaam, traag langzaam: dat gêt lā`tsem (Zussen) Langzaam. Dat gaat langzaam [ZND 37 (1941)] III-4-4
lauw lauw: law wa͂ter (Zussen) Lauw. Lauw water [ZND 37 (1941)] III-4-4
leeg, niets bevattend leeg: lêg (Zussen) Leeg. Mijn glas is ledig [ZND 37 (1941)] III-4-4
lei lei: lej (Zussen) Een lei waarop de kinderen schrijven. [ZND 37 (1941)] III-3-1