e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
achteruittrappen achteruithouwen: axtǝrāthǫu̯ǝ (Opheers), ātǝrūthǫu̯ǝ (Kanne), achteruitlopen: axtǝrǭu̯ǝtluu̯ǝpǝ (Tessenderlo), achteruitslaan: achteruitslaan (Wolder / Oud-Vroenhoven / Wiler), axtǝrutslǭn (Horst, ... ), axtǝrūtslǭn (Beek), achteruitstampen: ā.xtǝrø̜tsta.mpǝ (Godschei), achteruittrappen: axtǝrø̜trapǝ (Leopoldsburg), achteruitwerken: axtǝrø̜twɛrǝkǝ (Tessenderlo), de kont uitgooien: dǝ kǫ.nt ˱ǫu̯t˲gui̯ǝ (Heesveld-Eik), dǝ kǫnt ˱ū.t˲gui̯ǝ (As, ... ), dǝ kǫnt ˱ǭ.t˲gui̯ǝ (Godschei), de kont uitsmijten: dǝ kǫnt ˱ǭ.tsmē̜.tǝ (Houthalen), de vot opsmijten: dǝ vǫt ǫpsmītǝ (Haelen), hakkelen: hakǝlǝ (Hoensbroek  [(van hakken: houwen of kappen met de hakken)]  ), heffen: hęfǝn (Lommel), hinderuitslaan: heŋǝrutšlǭ (Waubach), houwen: hau̯ǝ (Baarlo, ... ), hōu̯ǝ (Neeroeteren), hōǝ (Bilzen), hōǝ. (Diepenbeek), hōǝn (Zolder), hǫu̯ǝ (Baexem, ... ), hǭu̯ǝ (Bree, ... ), kappen: kapǝ (Beverst, ... ), slaan: slaan (Eigenbilzen, ... ), slon (Bilzen), sloǝ (Rummen), sluǫn (Zolder), sløn (Beverst, ... ), slø̜n (Koersel, ... ), slān (Bokrijk), slāu̯ǝ (Halen), slō.n (Zonhoven), slōn (Diepenbeek, ... ), slōǝn (Bocholt, ... ), slūn (Meeuwen), slūǝ.n (Genk, ... ), slǫu̯ǝn (Lommel), slǫǝn (Achel, ... ), slǭ (Meijel), slǭ.n (Hasselt), slǭi̯n (Kwaadmechelen), slǭn (Afferden, ... ), slǭǝn (Gingelom, ... ), šlōn (Valkenburg), šlōǝn (Puth), šlūǝ. (Moresnet), šlǭ (Bleijerheide, ... ), šlǭn (Baarlo, ... ), šlǭǝ (Oirsbeek), slagen: slāgǝ (Zelem), slǭgǝ (Leopoldsburg), stampen: sta.mpǝ (Diepenbeek), stampǝ (Afferden, ... ), stampǝn (Urmond), stamǝ (Sevenum), štampǝ (Gemmenich, ... ), trennen: trɛnǝ (Waubach) Met één of beide achterpoten achterwaarts trappen. [JG 1a; N 8, 70a en 72] I-9