27354 |
drijven |
aandrijven:
āndręjvǝ (Q096a Borgharen, ...
Q096c Neerharen),
āndrīvǝ (Q096a Borgharen, ...
Q096c Neerharen),
aanspannen:
ǭnspanǝ (Q083p Bilzen),
afdrijven:
afdrijven (K317a Kerkhoven),
āfdrīvǝ (L333p Asenray / Maalbroek),
ǭfdręj.ǝvǝn (Q071p Diepenbeek),
afjagen:
afjagen (Q009p Maasmechelen, ...
L294p Neer),
afjāgǝ (L265p Meijel, ...
L210p Venray),
afjǭgǝn (K353p Tessenderlo),
āfjā.gǝ (L414p Houthalen),
āfjāgǝ (L333p Asenray / Maalbroek, ...
L371a Geistingen,
L372p Maaseik,
Q015p Stein,
L271p Venlo),
afkloppen:
āfklopǝ (L428p Born, ...
L384p Herkenbosch,
L381b Peij,
L289p Weert),
afslaan:
āfslǭn (L428p Born, ...
L246p Horst),
bijkloppen:
bi(j)klǫpǝ (Q111p Klimmen),
bęjklopǝ (L265p Meijel),
bīklǫpǝ (L318b Tungelroy),
bollen:
bǫlǝ (L210p Venray),
bomberen:
bǫmbērǝ (L329p Roermond),
de halflap afpinnen:
dǝ halflap āfpenǝ (L267p Maasbree),
de zool vasthouden:
dǝ zǭl vasthǭjǝ (L293p Roggel),
doordiepen:
dōrdēpǝ (Q088p Lanaken, ...
L329p Roermond),
doorzetten:
dǭrzętǝ (L414p Houthalen),
drijven:
drijven (Q071p Diepenbeek, ...
Q071p Diepenbeek,
K278p Lommel),
drę̄jvǝ (Q000 Zie mijnen
[(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]
[Eisden]),
drīvǝ (Q121c Bleijerheide, ...
Q096a Borgharen,
Q035p Brunssum
[(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]
, [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]
L426p Buchten
[(Maurits)]
, [Maurits]
Q121a Chevremont
[(Julia)]
, [Willem-Sophia]
L320a Ell,
Q021p Geleen
[(Maurits)]
, [Emma, Hendrik, Wilhelmina]
Q113p Heerlen
[(Emma / Oranje-Nassau I-IV)]
, [Domaniale, Wilhelmina]
Q113p Heerlen,
Q112a Heerlerheide
[(Oranje-Nassau I-IV)]
, [Emma, Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]
L246p Horst,
Q121p Kerkrade
[(Domaniale / Wilhelmina)]
, [Julia]
Q111p Klimmen
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
, [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]
Q016p Lutterade
[(Maurits)]
, [Maurits]
L265p Meijel,
Q096c Neerharen,
Q117p Nieuwenhagen,
L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
, [Maurits]
Q118p Schaesberg,
Q098p Schimmert,
Q121b Spekholzerheide
[(Willem-Sophia)]
, [Laura, Julia]
Q015p Stein
[(Maurits)]
, [Maurits]
L374p Thorn
[(Maurits)]
, [Maurits]
L318b Tungelroy,
L318b Tungelroy,
L210p Venray),
drīvǝn (L422p Lanklaar
[(Eisden)]
[Maurits]),
drīǝvǝ (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
, ... [Winterslag, Waterschei]
Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
, [Domaniale]
Q117a Waubach
[(Laura / Julia)]
[Domaniale]),
een voie couperen:
een voie couperen (Q003p Genk
[(Winterslag / Waterschei)]
[Zwartberg, Eisden]),
een voie maken:
een voie maken (Q012p Rekem
[(Zwartberg / Eisden)]
[Zolder]),
ǝn voj mā.kǝ (K361p Zolder
[(Zolder)]
[Eisden]),
ǝn vuj mākǝ (L417p As
[(Zwartberg / Waterschei)]
, ... [Domaniale]
L286p Hamont
[(Eisden)]
[Zwartberg, Waterschei]),
inhalen:
ehǭlǝ (Q121c Bleijerheide),
enhālǝ (L210p Venray),
enhǭǝlǝ (Q117p Nieuwenhagen, ...
Q118p Schaesberg),
enǭlǝ (L423p Stokkem),
inkrimpen:
enkrømpǝ (L414p Houthalen),
intrekken:
intrękǝ (L291p Helden
[(een rond voorwerp aan één kant op een ezel enger maken)]
, ...
L246p Horst,
L266p Sevenum,
L210p Venray
[( het intrekken is het verengen van de uitgangscilinder)]
),
ēntrękǝ (Q088p Lanaken),
kloppen:
klopǝn (L421p Dilsen),
met riet dekken:
met rēt˱ dękǝ (Q111p Klimmen),
naar binnen slaan:
nǭ benǝ šlǭn (L329p Roermond),
opdiepen:
ǫp˱dēpǝ (L423p Stokkem
[(bol)]
),
opdrijven:
opdrīvǝ (Q121c Bleijerheide, ...
L265p Meijel),
opvaren:
opvārǝ (Q255p Kelmis),
pinnen:
penǝ (L163a Milsbeek),
rietdekken:
rietdekken (Q098p Schimmert),
rēt˱dękǝ (L320a Ell),
uitbollen:
yt˱bǫlǝ (L210p Venray),
ūt˱bǫlǝ (L329p Roermond),
uitdiepen:
ūt˱dēpǝ (L423p Stokkem
[(hol)]
),
uitdrijven:
ūs˱drīvǝ (Q121c Bleijerheide),
ūtdrīvǝ (Q019p Beek),
uithollen:
ūthø̜lǝ (Q098p Schimmert),
uithouwen:
ūt˱ǫwǝ (L423p Stokkem),
uitkloppen:
uitkloppen (L416p Opglabbeek),
utklopǝ (Q253p Montzen),
ūtklǫpǝ (L291p Helden),
uitrekken:
ūtrękǝ (L329p Roermond),
uitslaan:
ūtslǭn (L266p Sevenum),
ǫwtsloan (L414p Houthalen),
uitwijden:
̇ūtwījǝ (L329p Roermond),
uitzetten:
ūt˲zętǝ (Q088p Lanaken, ...
L423p Stokkem),
vastzetten:
vastzetten (L421p Dilsen),
vortscheren:
vurtšē̜rǝ (Q083p Bilzen),
wegjagen:
wɛxjāgǝ (L215a Wellerlooi)
|
Een dak met riet dekken. Voor bedekking met riet worden de regels of sparren van het dak op een onderlinge afstand van 45 à 55 cm geplaatst. Daarop worden panlatten aangebracht op afstanden van ongeveer 28 cm. Op deze latten wordt eerst een dunne spreilaag ter dikte van 5 cm met dunne dekgaarden en wilgen stroppen bevestigd; daarna wordt het dekriet in lagen van 6 cm dikte opgebracht en op dezelfde wijze aan de panlatten verbonden. De lagen schuiven telkens de afstand van twee panlatten naar boven op en men brengt er zoveel lagen op, totdat een dikte van circa 26 cm is verkregen. Vervolgens wordt het dak afgeschoren, waardoor alle uiteinden van het riet in een plat vlak komen. De nok wordt gewoonlijk met rietvorsten, een soort van brede, gebakken dakpannen, afgedekt, nadat vooraf in de top een rondhout of beslagen hout is gelegd, waarlangs men aan weerszijden de specie spreidt waarin de rietvorsten komen te liggen (Zwiers II, pag. 279). [N F, 45a] || Een mijngang of galerij langer maken. [N 95, 383; monogr.; Vwo 291] || Het op de goede plaats brengen van de loopzool met behulp van een spanriem en een hamer. Over de zool, die voorlopig is vastgezet, spant men de spanriem en met de punt van de hamer drukt men de spanriem achterwaarts. Men beklopt de zool en zet deze met enige houten pinnen vast. [N 60, 102] || Het verwijderen van bijen uit de woning door middel van kloppen, borstelen, stoten en afjagen op een korf met nest, met het doel honing te oogsten. [N 63, 98a; monogr.] || Het werken met de stootklos. [N F, 27] || In het algemeen een metalen plaat met behulp van drijfhamers zodanig bewerken dat er holle en bolle plaatsen in ontstaan. Zie ook het lemma "drijfhamer". Het lemma bevat verder onder B en C een aantal specifieke termen voor bewerkingen die tot het drijven gerekend worden. [N 64, 95a; N 66, 28a] || Vorderen met de winning. [monogr.]
II-10, II-11, II-4, II-5, II-6, II-9
|