30090 |
een muur opmetselen |
(de muur) op zijn hoogte metsen:
op ˲zǝn hīx˱dǝ mɛtsǝ (Q003p Genk),
(een muur) doortrekken:
eŋ m ̇ūr dørǝxtrękǝ (Q121c Bleijerheide),
(een muur) hoog halen:
huǝx hǭlǝ (L210p Venray),
(een muur) opmetselen:
opmętsǝlǝ (Q117a Waubach),
opmɛtsǝlǝ (Q039p Hoensbroek),
ǫpmɛtsǝlǝ (L321p Neeritter, ...
L432p Susteren),
(een muur) opmetsen:
opmɛtsǝ (Q003p Genk, ...
L364p Meeuwen),
ǫpmɛtsǝ (Q083p Bilzen, ...
Q001p Zonhoven),
(een muur) optrekken:
optrękǝ (L360p Bree, ...
Q039p Hoensbroek,
Q121p Kerkrade,
L364p Meeuwen,
L265p Meijel,
L163p Ottersum,
L290p Panningen),
ǫptre ̞kǝ (L292p Heythuysen),
ǫptrekǝ (Q198p Eijsden, ...
Q198a Mesch),
ǫptrękǝ (L320a Ell, ...
Q197p Noorbeek,
L432p Susteren,
Q197a Terlinden),
(een muur) opwerken:
ǫpwęrkǝ (Q083p Bilzen),
(een muur) vaardig maken:
vē̜rdex mākǝ (Q111p Klimmen),
(een muur) zetten:
zętǝ (P176p Sint-Truiden),
zɛʔǝ (K353p Tessenderlo),
(muren) optrekken:
ǫptrękǝ (L270p Tegelen),
doortrekken:
duǝrtrękǝ (Q111p Klimmen),
laag voor laag metselen:
lǭx ˲vø̄r lǭx mɛtsǝlǝ (L320a Ell),
laag voor laag omhoog halen:
lǭx ˲vør lǭx˱ ømhuǝxhǭlǝ (L210p Venray),
met de volle laag optrekken:
met ˲dǝ vǫl lǭǝx˱ optrękǝ (Q039p Hoensbroek),
metselen:
[metselen] (Q202p Eys, ...
Q018p Geulle,
L320c Haler,
L291p Helden,
L330p Herten,
Q039p Hoensbroek,
Q028p Jabeek,
Q095p Maastricht,
L382p Montfort,
L290p Panningen,
L270p Tegelen,
L318b Tungelroy,
Q013p Uikhoven,
Q097p Ulestraten),
metsen:
[metsen] (K278p Lommel, ...
Q090p Mopertingen),
muren:
[muren] (Q113p Heerlen, ...
Q121p Kerkrade),
op hoogte brengen:
op hyǝx˱dǝ breŋǝ (Q111p Klimmen),
op hoogte halen:
op hø̄ǝx˱djǝ hālǝ (L289b Leuken, ...
L289p Weert),
opbouwen:
ǫp˱bǫwǝ (L271p Venlo),
ophalen:
ophǭlǝ (L211p Leunen),
opmetselen:
opmętsǝlǝ (L163a Milsbeek),
ǫpmɛtsǝlǝ (Q113p Heerlen, ...
Q099q Rothem,
Q098p Schimmert),
opmetsen:
ǫpmɛtsǝ (L414p Houthalen),
opmuren:
opmūrǝ (Q121p Kerkrade),
optrekken:
optrękǝ (Q039p Hoensbroek, ...
L289b Leuken,
L289p Weert),
optrɛkǝ (K318p Berverlo),
ǫptre ̞kǝ (Q001p Zonhoven),
ǫptrękǝ (L414p Houthalen, ...
Q100p Houthem,
Q111p Klimmen,
L318b Tungelroy,
Q101p Valkenburg,
L289p Weert),
ǫptrɛkǝ (L316a Lozen, ...
Q095p Maastricht,
Q095a Oud-Caberg,
P176p Sint-Truiden),
vaardig maken:
vē̜dex mākǝ (Q202p Eys)
|
Al metselend een muur laag na laag hoger maken. Een muur die zo werd opgetrokken werd in K 353 een 'muur in opbouw' ('mȳr en up˱bē̜jǝf') genoemd. Het resultaat was volgens een aantal invullers een 'volle muur' ('volǝ mȳr', K 353; 'volǝ myǝr', K 278; 'vǫlǝ mūr', Q 197, 197a; 'vol mūr' L 364). Zie voor de fonetisch niet gedocumenteerde vormen de lemmata 'Metselen' en 'Muur'. [N 31, 27; N 31, 32b; monogr.]
II-9
|