25609 |
handschieter |
bredje:
brętšǝ (Q121p Kerkrade),
broodjesscheutel:
brȳǝtjǝsšȳǝtǝl (Q202p Eys),
broodjesschieter:
brȳtjǝnsšesǝr (Q121p Kerkrade),
brȳtjǝsšētǝr (Q035p Brunssum, ...
Q112p Voerendaal),
brȳǝtjǝsšētǝr (Q117a Waubach),
brø̜tšǝsšētǝr (Q203p Gulpen),
broodplank:
brūtplāŋk (Q012p Rekem),
broodplankje:
brūǝtplɛŋkskǝ (L290p Panningen),
broodschietertje:
brūtšētǝrkǝ (Q035a Rumpen),
broodslee:
brūǝt-šlē (L290p Panningen),
grote zwouw:
grūtǝ zwø̄ (Q002p Hasselt),
handscheutel:
haŋkšø̄tǝl (L270p Tegelen, ...
L270p Tegelen),
handscheuter:
hantsxytǝr (L432a Koningsbosch),
hāntsxø̄tǝr (L163p Ottersum),
handschieter:
haŋkšētǝr (L291p Helden),
hāntsxītǝr (L163p Ottersum),
hortje:
%%meervoud%%
ȳrtjǝs (Q028p Jabeek),
inschieter:
ensxitǝr (L312p Neerpelt),
inschietplankje:
insxitplɛŋskǝn (K278p Lommel),
kadetjesplankje:
kǝdɛtjǝsplɛŋkskǝ (Q187a Heugem),
kadetjesscheut:
kǝdɛtšǝsšø̄t (Q097p Ulestraten),
kleine handpaal:
klē̜nǝ hantpǫl (L317p Bocholt),
kleine scheutel:
klęjnǝ sxø̄tǝl (L269a Hout-Blerick),
kleine scheuter:
klęŋǝ šȳtǝr (Q198b Oost-Maarland),
lange schieter:
laŋǝ šētǝr (Q099q Rothem),
paal:
pōǝl (P056p Stokrooie),
pistoletplaat:
pestǫlēplǭt (K359p Koersel),
pistoletplankje:
pestǝlē̜plɛŋkskǝ (P176a Melveren),
pistoletszwoelde:
pestǝlēszwōlj (L372p Maaseik),
plaat:
platen (L377p Maasbracht),
plōt (P176p Sint-Truiden),
plǭt (K314p Kwaadmechelen),
%%meervoud%%
plǭtǝ (Q072p Beverst),
plankje:
plęŋskǝ (Q099q Rothem),
plɛŋkskǝ (P176p Sint-Truiden),
%%meervoud%%
plɛŋkskǝs (Q095p Maastricht),
plets:
plɛtš (Q097p Ulestraten),
rond plankje:
rond plankje (Q198p Eijsden),
scheutel:
sxø̄tǝl (L271p Venlo),
šȳǝtǝl (Q113p Heerlen),
šøsǝl (Q121p Kerkrade),
šø̄tǝl (Q035p Brunssum, ...
L292p Heythuysen,
L270p Tegelen),
scheuter:
šø̄tǝr (Q197p Noorbeek),
schieter:
šētǝr (Q021p Geleen, ...
L292p Heythuysen),
schietplankje:
%%meervoud%%
šęjtplɛŋkskǝs (Q193p Gronsveld),
schietzwoelde:
šētzwōl (Q012p Rekem),
schoffel:
šø̜fǝl (Q095p Maastricht),
sleutel:
šlø̄tǝl (Q204p Wittem),
steekschopje:
steekschopje (Q197p Noorbeek),
vloertje:
%%meervoud%%
vlōrkǝs (L269a Hout-Blerick),
zwoelde:
zwult (Q003p Genk)
|
Dun plankje waarop de kadetjes of andere broodjes, met twintig tegelijk, de oven worden ingeschoven. Woordtypen als "lange schieter" en "grote zwouw" wijzen erop dat hiervoor ook wel de gewone ovenpaal wordt gebruikt. Vgl. dit lemma met dat van ''ovenpaal''. [N 29, 96b] || Plankje waarmee het deegbrood op de ovenpaal gelegd wordt. In N 29, 45c werd gevraagd: "Waarmee legt u het brood op deze platte houten schop?" Bedoeld was met die platte, houten schop de "ovenpaal". Veel antwoorden duidden erop dat dit leggen van het brood op die schop met de hand(en) gebeurde. Deze opgaven zijn niet in het lemma opgenomen evenals de opgaven "karton" of "kartonnen vlakjes". Zie afb. 23. [N 29, 45c]
II-1
|