31583 |
lunsschijf |
asschijf:
asšīf (Q113p Heerlen),
assenschijf:
asǝšīf (L384p Herkenbosch),
buitenste slagring:
butǝstǝ šlāxreŋk (Q039p Hoensbroek),
domplaat:
dumplǭt (K353p Tessenderlo),
gangring:
gaŋkreŋk (L326p Grathem),
klatsschijf:
klatššīf (Q027p Doenrade),
klinkschijf:
klɛŋkšīf (Q027p Doenrade),
knalschijf:
knalšīf (L294p Neer),
leunlip:
lønløp (K357p Paal),
leunplaat:
løǝnplǫǝt (Q071p Diepenbeek),
leunschijf:
lø̄nšīf (L434p Limbricht),
lø̜nšęjf (Q095p Maastricht),
lø̜̄nšīf (Q111p Klimmen, ...
Q204a Mechelen),
lunsschijf:
lønsšīf (L270p Tegelen),
navenschijf:
nāvǝšīf (Q203a Reijmerstok),
opsluitschijf:
opšlūtšīf (L270p Tegelen),
plaat:
pǝlǭt (K318p Berverlo),
ring:
reŋk (K278p Lommel),
re̜ŋk (L368b Waterloos),
rēŋk (Q093p Rosmeer),
ringetje:
re̜ŋskǝ (Q077p Hoeselt),
rondelle:
re̜nde̜l (Q007p Eisden),
ron`de̜l (K278p Lommel),
ronde̜l (K314p Kwaadmechelen, ...
Q096c Neerharen,
P044p Zelem),
rondøl (L360p Bree),
rǫn`de̜l (P051p Lummen),
rǫnde̜l (Q156p Borgloon, ...
P048p Halen,
L286p Hamont,
Q002p Hasselt,
Q077p Hoeselt,
P055p Kermt,
P051p Lummen,
Q001p Zonhoven),
schijf:
sxē̜f (K358p Beringen),
sxīf (L282p Achel, ...
L244c America,
L295p Baarlo,
L269p Blerick,
L289b Leuken,
L288a Ospel),
sxīǝf (L164p Gennep, ...
L165p Heijen,
L268p Velden),
šejf (Q193p Gronsveld, ...
L420p Rotem),
šȳf (L325p Horn, ...
L321p Neeritter,
L371p Ophoven,
L374p Thorn,
L318b Tungelroy),
šø̜̄jf (Q077p Hoeselt),
šēf (L416p Opglabbeek),
šējf (L422p Lanklaar, ...
L372p Maaseik),
šęjf (L322a Nunhem, ...
Q198b Oost-Maarland,
Q096d Smeermaas,
Q178p Val-Meer,
Q094b Wolder / Oud-Vroenhoven / Wiler),
šīf (L429a Berg, ...
Q211p Bocholtz,
Q119p Eygelshoven,
Q021p Geleen,
Q018p Geulle,
Q019b Groot Genhout,
L429p Guttecoven,
Q112a Heerlerheide,
L330p Herten,
Q111p Klimmen,
L377p Maasbracht,
Q009p Maasmechelen,
Q204a Mechelen,
L383p Melick,
Q019a Neerbeek,
Q197p Noorbeek,
Q033p Oirsbeek,
L329p Roermond,
L373p Roosteren,
Q099q Rothem,
Q098p Schimmert,
Q020p Sittard,
L432p Susteren,
L331p Swalmen,
Q209p Teuven,
L318b Tungelroy,
Q097p Ulestraten,
Q014p Urmond,
Q101p Valkenburg,
L386p Vlodrop),
šīwf (L423p Stokkem),
slagring:
slǭxre̜ŋk (Q176a Ketsingen),
šlāxre̜ŋk (Q032a Puth),
slagschijf:
šlāxš ̇īf (Q119p Eygelshoven),
šlāxšīf (Q111p Klimmen, ...
L382p Montfort),
slotschijf:
šlǫtšīf (Q113a Welten),
sluitschijf:
slūtšīf (L381p Echt),
stelschijf:
stɛlšīf (L382p Montfort),
stootring:
styǝtre̜ŋk (L416p Opglabbeek),
stūtreŋk (L317p Bocholt),
stūǝtreŋk (L290p Panningen),
stootschijf:
stūǝtšȳǝf (L369p Kinrooi),
štūtšīf (Q033p Oirsbeek),
voorschijf:
vyǝršīf (Q111p Klimmen),
vø̜ršīf (Q204a Mechelen),
voorste ring:
vȳrštǝ reŋk (Q039p Hoensbroek),
voorstootschijf:
vø̄rštūǝtšīf (L270p Tegelen)
|
Ronde, met het wiel meedraaiende schijf tussen naaf en luns die de naafbus afsluit zodat er tijdens het rijden geen vet of smeer verloren gaat en er geen vuil de naafbus kan binnendringen. Bij modernere, metalen fabrieksassen werd de lunsschijf vervangen door een metalen, dopvormige moer die op de as wordt geschroefd en met behulp van een luns tegen losdraaien wordt vastgezet. Van der Kloes en Van Helden (pag. 21) noemen dit type naafbus halfpatentbus. [N G, 50b; N 17, 64]
II-11
|