e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vader alte (du.): alte (Heerlen), bargoens  alte (Waubach), heer, de -: hieer (d’n -) (Dieteren), mon pre (fr.): mompeer (Maastricht), mónpeer (Maastricht), mon père  mómpeer (Maastricht), ons vader: òs vader (Castenray, ... ), òz’ vader (Castenray, ... ), onze vader: òzze vader (Castenray, ... ), oude: aave (Beverlo), aaë (Kortessem), aoje (Altweert, ... ), awwe (Gronsveld), den aaën tóó.ës (Zonhoven), den alde (Meerlo), mienen alde (Merselo), ouwe (Brustem), ààə (Niel-bij-St.-Truiden), âlde (Castenray, ... ), cf. VD s.v. "ouwe"2. oudeheer, vader  ouwə (Boorsem), door oudere kinderen; klinkt iets ongunstig  ouwe (Nieuwenhagen), Indien men er met anderen over spreekt ba, peer of ouwe, meestal dan mnen ouwe, maar men spreekt hem aan met pa, soms papa"; cf. VD s.v. "ouwe"2. oudeheer, vader  ouwe (Margraten), oneerbiedig  den aoje (Echt/Gebroek), over hem  au̯ə (Maastricht), ruw: "dn auwe"; cf. VD s.v. "ouwe"2. oudeheer, vader; cf. "Groene boekje"s.v. "ouwe (de)  auwe (d’n -) (Dieteren), zie id. voor grootvader  den aaë (Kortessem), oudeheer: den aaën hīēër (Zonhoven), âldenhieër (Castenray, ... ), cf. VD s.v. "oudeheer"1. (inform.) vader  âldenhieër (Merselo), ouder: aajər (Opglabbeek), ouweheer: alleen gezegd door aanstellerige jonge mensen  au̯ən hīr (Maastricht), cf. "Groene boekje"s.v. "ouweheer", de (m.)  auwe(n) heer (Limbricht), cf. ,"Groene boekje"s.v. "ouweheer  awwenhier (Maastricht), pa: ba (Gronsveld), baa (Amby, ... ), bā (Munstergeleen, ... ), pa (Amby, ... ), paa (Amby, ... ), pā (Bingelrade, ... ), (Mheer), pàà (Lommel), ba en mem zijn meer depressiatief; dne ba is ene zaatlap"; mar.: er wordt waarschijnlijk een vorm in de betekenis van "depreciatie"("depreciëren") (cf. VD) bedoeld; cf. Schuermans s.v. "ba of baa"; "geldt in Limb. bij de volksklas voor vader evenals mem voor moeder. Ba van abba, en mem van mamma  ba (Meerssen), ba of baa (boa) geldt in Limburg bij volksklas voor vader  bā (s-Gravenvoeren, ... ), betere stand  pa (Vijlen), burgerlijk Maastrichts  pā (Maastricht), de "deftige"of die daar voor door willen gaan zeggen: -  pa (Venlo), erg plat  bā (Nuth/Aalbeek), gemeenzaam  baa (Heerlen), geringschattend  baa (Hulsberg), gewone volk  pa (Meerssen), in de lagere bevolkingsklasse; aangesproken door doe(e beschaafd milieu door geer  ba (Amstenrade), Indien men er met anderen over spreekt ba, peer of ouwe, meestal dan mnen ouwe, maar men spreekt hem aan met pa, soms papa  ba (Margraten), pa (Margraten), kinderen  pā (Stein), lang geleden  bā (Nuth/Aalbeek), later: -  pa (Venlo), mar.: resp. gebruikt spelling uit de (bijgevoegde) brochure: "Phonetische schrijfwijze van het Valkenburgsch plat en gelijkluidende dialecten". Omspelling komt voor mijn rekening; benaming werd vroeger bij de boeren gebruikt  ba (Valkenburg), minachtend  baa (Houthem), onder mensen ook: -  baa (Mheer), schertsend  bā (Schinnen), verouderde en ruwere vorm van pa  ba (Uikhoven), vgl. de opgave "auba"(trefwoord "opa") bij vraag 014  ba (Valkenburg), vooral, aanspreekvorm  pàa (Tongeren), vroeger  ba (Hoensbroek), baa (Berg-en-Terblijt), bā (Geulle), vroeger ± 50 jaar geleden bij deftige mensen, nu wordt pepa veel gebruikt evenals pa  pā (Maastricht), paai: = paatje, papaatje  paaje (Hasselt), paatje: bākə (Schinveld), paake (Hasselt), paatje (Heerlen), pake (Houthem, ... ), pākə (Schinveld), verouderde en ruwere vorm van pake  bake (Uikhoven), pap: pap (Altweert, ... ), pāp (s-Gravenvoeren, ... ), pàp (Meeswijk), päp (Rimburg), aan de Duitse grens  pap (Siebengewald, ... ), als de kinderen klein zijn  pap (Blerick), cf. VD s.v. "II pap"Verkorting van papa  pap (Velden), Dat hing in mijn jeugd vooral af van de de klasse van mensen. De gewone boeren mensen zeggen vader, de betere pappa. De Duits georienteerde: pap  pap (Oirsbeek), de kinderen zeggen meestal ~  pap (Jabeek), door leerlingen v.e. lagere school ingevuld (9 - 10 jaar)  baop (Geulle), pap (Geulle), gewone volk  pap (Vijlen), haar pap  pap (Wijlre), het meest gebr.: vader  pap (Doenrade), het volk maakt van pa weer pap  pap (Venlo), in mijnwerkersgezinnen  pap (Pey), kinderen  pap (Stein), mar.: resp. gebruikt spelling uit de (bijgevoegde) brochure: "Phonetische schrijfwijze van het Valkenburgsch plat en gelijkluidende dialecten". Omspelling komt voor mijn rekening  pap (Valkenburg), meest  pap (Koningsbosch), meestal in mijnwerkersgezinnen  pap (Echt/Gebroek, ... ), soms  pap (Meerssen), tegenwoordig  pap (Geulle, ... ), papa: paape (Kortessem), papa (Amby, ... ), papā (Borgharen, ... ), pappa (America, ... ), pappaa (Amby, ... ), pəpa (s-Gravenvoeren, ... ), (licht geaffecteerd) aanspreekvorm  pëpàa (Tongeren), cf. VD s.v. "pappa  pappa (Heel, ... ), Dat hing in mijn jeugd vooral af van de de klasse van mensen. De gewone boeren mensen zeggen vader, de betere pappa. De Duits georienteerde: pap  papā (Oirsbeek), deftig Maastrichts  papā (Maastricht), door leerlingen v.e. lagere school ingevuld (9 - 10 jaar)  pappa (Geulle), Indien men er met anderen over spreekt ba, peer of ouwe, meestal dan mnen ouwe, maar men spreekt hem aan met pa, soms papa  papa (Margraten), kinderen  papa (Stein), kleine kinderen  pappa (Blerick), later: -  papa (Venlo), minder  pappa (Pey), modern  papa (Well), vroeger ± 50 jaar geleden bij deftige mensen, nu wordt pepa veel gebruikt evenals pa  pəpā (Maastricht), zie id. op p. 389  pepaa (Kortessem), papaatje: papākə (Schinveld), pappeke (Mheer), papəkə (Schinveld), pappie: papī (Schinveld), pappie (Venlo), paps: paps (Venlo), over hem  paps (Maastricht), pee: pee (Beverlo), pim: over hem  pɛm (Maastricht), pre (fr.): peejrə (Niel-bij-St.-Truiden), peer (Kortessem, ... ), peere (Beverlo), peeëre (Zonhoven), peire (Sint-Truiden), pēr (Maastricht, ... ), cf. VD F-N s.v. "père  peere (Halmaal), cf. VD s.v. I. peer"(gew.) vader  peer (Maastricht), gewone spreektaal  pēr (Maastricht), Indien men er met anderen over spreekt ba, peer of ouwe, meestal dan mnen ouwe, maar men spreekt hem aan met pa, soms papa  peer (Margraten), nooit als aanspreekvorm; cf. Schuermans s.v. "peer"= vader  pe.re (Hasselt), onder mensen ook: -; cf. WNT s.v. "peer (I)"1. Eigenlijk, Vader  peer (Mheer), ordinair Maastrichts  pēr (Maastricht), over hem  pēr (Maastricht), vroeger en nu bij arme mensen  pēr (Maastricht), tij: cf. Schuermans s.v. "tij en mem"= vader en moeder; cf. Schuermans s.v. "ti"= vader (in het N. van Belg. Limburg cf. Schuermans s.v. "ete"= grootvader (Belg. Limb.)  têe (Tongeren), va: va (Bocholt), vao (Kortessem), cf. WNT s.v. "va  va (Venlo), ook 007b?; cf. WNT s.v. "va"; daarnaast als verkleinwoord "vaatje"en "vake";  va (Venray), vaatje: vake (Kortessem), vakke (Kortessem), wordt door de kleintjes gezegd; cf. WNT s.v. "va"; dim. "vaatje"en "vake  vake (Afferden, ... ), vad: faat (Siebengewald, ... ), fat (Wanssum, ... ), fat/vat (Well), fàt (Siebengewald), fât (Gennep, ... ), vaat (Oirlo, ... ), vad (Merselo, ... ), vat (Gennep, ... ), vád (Leunen), vát (Castenray, ... ), vât (Gennep, ... ), cf. VD s.v. "va  vàt (Middelaar, ... ), cf. VD s.v. "va", dim. "vaatje  fat (Middelaar), dit zeggen kinderen  fat (Afferden), nogal lang als aanspraak  fat (Gennep), ook 007b?  vat (Venray), palatale a  fad (Heijen), plat  vat (Venray), vader: fatter (Sittard), va.der (Hasselt), vaader (Amby, ... ), vaadər (Amby, ... ), vaaier (Neeroeteren, ... ), vaajer (Koninksem), vaajerke (Tungelroy), vaajər (Amby, ... ), vaar (Brustem, ... ), vadder (Bocholtz, ... ), vaddər (Wijlre, ... ), vader (Afferden, ... ), vadər (Berg-en-Terblijt, ... ), vad’der (Bleijerheide, ... ), vaeder (Sint-Huibrechts-Hern), vaier (Peer, ... ), vair (Vliermaalroot), vajer (Bree, ... ), vajjer (Gronsveld, ... ), vao.ëder (Zonhoven), vaoder (Beverst, ... ), vaodər (Bilzen, ... ), vaoier (Genoelselderen, ... ), vaojer (Beverst, ... ), vaor (Diepenbeek, ... ), vaower (Zepperen), vaoér (Koninksem), vaoër (Zonhoven), vaoədər (Halen, ... ), vaoər (Niel-bij-St.-Truiden), vauder (Beverlo), vauier (Riksingen), vawədər (Zonhoven), vaâder (Altweert, ... ), vaör (Maaseik), vāāder (Susteren, ... ), vāder (Berg-en-Terblijt, ... ), vādər (Beek, ... ), vāi̯ər (Borgharen), va͂r (Diepenbeek, ... ), voader (Beverlo, ... ), voadər (Genk), voajer (Gruitrode), voar (Aalst-bij-St.-Truiden, ... ), vodder (Oostham, ... ), voddər (Sint-Huibrechts-Lille), voier (Piringen), voir (Hoeselt), vojer (Beverst, ... ), voor (Heers, ... ), voujer (Zichen-Zussen-Bolder), vour (Sint-Truiden), vouər (Halmaal), vàr (Diepenbeek), vààdər (Oostham), vòddər (Bilzen, ... ), vòdər (Hamont, ... ), vòr (Gelinden), vòwədər (Lommel), vôodər (Stevoort), vôôdər (Hamont, ... ), vôôr (Diepenbeek, ... ), als een ander van de vader spreekt in de lagere volksklasse  vār (Amstenrade), anders dan fat  voader (Gennep), cf. WNT s.v. "vaar (I)"(samengetrokken vorm van vader).  voar (Paal), cf. WNT s.v. "vaar (I)"(samengetrokken vorm van vader). Zie WNT s.v. "vader"waarin "vaaier"als bijvorm gegeven wordt (met overgang d > j cf. VD s.v. "I. vaar"= samentrekking van vader met als dim. "vaartje  vaaər (Neerglabbeek), cf. WNT s.v. "vaar (I)"(samengetrokken vorm van vader). Zie WNT s.v. "vader"waarin "vaaier"als bijvorm gegeven wordt (met overgang d > j )  vaajer (Amby, ... ), vaier (Hechtel), vāi̯ər (Maastricht), cf. WNT s.v. "vader".... "vadder, vedder met ongerekte vocaal in Z.-Limburg (Jongeneel)  vaader (Ubachsberg), vadder (Ubachsberg), vaddər (Lontzen), Dat hing in mijn jeugd vooral af van de de klasse van mensen. De gewone boeren mensen zeggen vader, de betere pappa. De Duits georienteerde: pap  vādər (Oirsbeek), door oudere personen  vadder (Schaesberg), gering  vajjer (Merselo), gewone spreektaal  vāi̯ər (Maastricht), gewoon: -  vader (Venlo), grote kinderen  vader (Blerick), grotere kinderen; altijd beleefd, met gij of u  vader (Blerick), mar.: resp. gebruikt spelling uit de (bijgevoegde) brochure: "Phonetische schrijfwijze van het Valkenburgsch plat en gelijkluidende dialecten". Omspelling komt voor mijn rekening  vadər (Valkenburg), nooit als aanspreekvorm; plat  vaar: (Hasselt), oneerbiedig  vār (Brunssum), ook 007b?  vader (Venray), oud  vaj-jer (Blitterswijck), over hem  vā.i̯ər (Maastricht), soms  vajer (Oirlo), tegenwoordig  vādər (Nuth/Aalbeek), vero.  var (Eupen), vroeger  vadder (Gulpen), vroeger meer: -  vaadər (Koningsbosch), vroeger; cf. WNT s.v. "vaar (I)"(samengetrokken vorm van vader).  vaar (Heerlen), ± 20 jaar geleden, bijna algemeen aangesproken met vader; jongere generatie bijna algemeen: pap  vader (Urmond), ± 50 jaar geleden bij heel gewone mensen  vādər (Maastricht), ± 70 jaar geleden bij heel arme mensen  vāi̯ər (Maastricht), vadertje: aartje naar zijn vaartje  vaartje (Opitter), cf. VD s.v. "I. vaar"= samentrekking van vader met als dim. "vaartje  vaardje (Lanaken), vater (du.): vatər (Munstergeleen), enkele zeggen: -; cf. VD D-N s.v. "Vater  vattər (Koningsbosch) (moeder;) Hoe wordt de moeder door de kinderen aangesproken? [DC 05 (1937)] || (vader;) Hoe wordt de vader door de kinderen aangesproken? [DC 05 (1937)] || pa || pa, vader || paai || paatje || papa || vader [SGV (1914)] || vader (abba) || vader (gemeenzaam) || vader (minderwaardig) || vader (ongunstig) || vader (onze -) || vader (oude heer) || vader (plat) || vader, pa || vader, papa || vader; (Hoe wordt de vader door de kinderen aangesproken?) [DC 05 (1937)] || vader; dat is zijn vader [ZND 08 (1925)] || vader; hij aardt naar zijn vader [ZND 19 (1936)] || vader; Hoe wordt de vader door de kinderen aangesproken? [DC 05 (1937)] || vader; hoofd van het gezin || vader; ik ga met mijn vader naar het land; volw. [DC 12a (1943)] || vader; ik ga met vader naar het land; < 6 jaar [DC 12a (1943)] || vader; ik ga met vader naar het land; ± 10 jaar [DC 12a (1943)] III-2-2