e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q021p plaats=Geleen

Overzicht

Gevonden: 5298

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
afhangend kuifje (bij kortgeknipt haar) pony: ponnie (Geleen, ... ) haar, kortgeknipt ~ met alleen van voor een afhangend kuifje [ponnie, tuil] [N 10 (1961)] III-1-1
afkalven afbrokkelen: aafbrökkele (Geleen) afkalven, stuksgewijs afschuiven en instorten gezegd van oevers, slootkanten enz [inkalven, inkavelen, inkelderen] [N 81 (1980)] III-4-4
afkijken afkijken: aafkieke (Geleen) afschrijven; Bij een buurman of buurvrouw kijken? [DC 48 (1973)] III-3-1
afkoken kort: kòrt (Geleen), wellen: welle (Geleen) Hoe noemt U: Met (in) weinig water gekookt, gezegd van groenten (kort) [N 80 (1980)] III-2-3
afkomst afkomst: aafkomst (Geleen), aafkums (Geleen), Opmerking v.d. invuller: deze o-uitspraak staat niet in de spellingsinstructies.  aafkŏms (Geleen), komaf: kŏmaaf (Geleen), kòmaaf (Geleen) afkomst [N 87 (1981)] || afkomst, afstamming; bloedverwantschap in neerdalende lijn [komaf, tuk, afkomst] [N 87 (1981)] III-2-2
aflaat aflaat: aaflaot (Geleen) Een aflaat [ablas?]. [N 96B (1989)] III-3-3
aflapmachine aflapper: āflapǝr (Geleen) Stikmachine die men gebruikt om af te lappen. [N 60, 248; N 60, 237] II-10
afleggen van een dode afleggen: aaflēgken (Geleen), aaflèkke (Geleen), (kk: als garçon).  aaflĕkke (Geleen) een lijk reinigen en met het doodsgewaad bekleden, meestal tevens van het bed afnemen [afleggen, lijken, ontwaden] [N 87 (1981)] III-2-2
afloeren, bespieden afloeren: aafloere (Geleen), aaflōēre (Geleen) kijken: afloeren [aafvinke] [N 10 (1961)] III-1-1
afpassen met de voet, aftreden aftreden: aaftraeje (Geleen) de lengte bepalen door stappen [aftreden] [N 91 (1982)] III-4-4