33146 |
zeven met de handzeef |
schoffelen:
šu.fǝlǝ (Q175p Riemst),
zeven:
zēvǝ (Q175p Riemst)
|
Zaaigraan winnen uit het met de wan gezuiverde graan door het te zeven. [N 14, 41b, 42b en 43b; JG 1a, 1b; Wi 43; S 45; monogr.]
I-4
|
21298 |
zich bemoeien met |
bemoeien:
bemoeie (Q175p Riemst)
|
ik kan me daarmee niet bemoeien [ZND 21 (1936)]
III-3-1
|
17938 |
zich haasten |
haaien:
[Informatie van red., rk]
hájə (Q175p Riemst),
zich spoeden:
zich spoeje (Q175p Riemst)
|
Zich haasten (zich haasten, zich spoeden, spujen) [N 108 (2001)] || zich haasten: we moeten ons haasten [DC 27 (1955)]
III-1-2
|
33844 |
zich over de rug wentelen |
(zich) wentelen:
wē.nsǝlǝ (Q175p Riemst)
|
Geregeld gaan de paarden op hun rug liggen en slaan met de poten in de lucht. Zij doen dit vooral bij jeuk of buikpijn. [JG 1a, 1b; N 8, 69]
I-9
|
18201 |
zich verkleden |
iets anders aandoen:
zech iets aanes aondoen (Q175p Riemst)
|
Zich verkleden [verkleden, omkleden, omtrekken, iets anders aandoen] [N 114 (2002)]
III-1-3
|
18219 |
zich warm aankleden |
warm aandoen:
zech waerm aondoen (Q175p Riemst)
|
Zich warm aankleden [(in)duffelen, inpakken, warm aandoen] [N 114 (2002)]
III-1-3
|
33038 |
zicht |
zicht:
zix (Q175p Riemst)
|
Korte zeis die met één hand gehanteerd wordt en gebruikt wordt voor het maaien van rogge, tarwe, haver, gerst, enzovoorts. Zie de algemene toelichting bij paragraaf 4.2 over het maaien en afbeelding 5. Op de semasiologische kaart 30 zijn de gebieden met pik in de betekenis "zicht" van kaart 29 en met pik in de betekenis "mathaak" van kaart 33 bijeengezet. [N 18, 70; JG 1a, 1b, 2c; Goossens 1963, krt. 28; A 14, 7; A 23, 16.2; L 45, 7; Gwn 7, 4; div.; monogr.; add. uit N 11, 88; N 14, 131; N 15, 16a; N 18, 71; A 4, 28; A 14, 10; L 20, 28; L 42, 46; L 48, 34; Lu 1, 16.2 ; Lu 2, 34.2; Wi 51]
I-4
|
18155 |
ziekenhuis |
hospitaal:
hospetoal (Q175p Riemst),
kliniek:
klenik (Q175p Riemst),
ziekenhuis:
zükehoos (Q175p Riemst)
|
Ziekenhuis: inrichting voor het verplegen van zieken (hospitaal, gasthuis). [N 107 (2001)]
III-1-2
|
17980 |
ziekte |
ziekte:
dej ziekte es besméttelek (Q175p Riemst)
|
die ziekte is besmettelijk [ZND 32 (1939)]
III-1-2
|
17783 |
zien, kijken |
zien:
zien (Q175p Riemst)
|
kijken [ZND 25 (1937)]
III-1-1
|