e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L289a plaats=Hushoven

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
tuierpaal tuierpaal: tø̜i̯ǝrpǭl (Hushoven) De tuierpaal is een houten of ijzeren paal die men met de tuierhamer in de grond slaat en waaraan de koe of geit wordt vastgebonden. [N 14, 72 en 73a; N 3A, 14h; JG 1c, 2c; L 40, 21a; L B2, 286; A 17, 20; monogr. add. uit N 14, 71] I-11
tuierplaats tuier: tøi̯ǝr (Hushoven), tø̜i̯ǝr (Hushoven) Cirkelvormig stuk weiland dat een getuierde koe of geit kan afgrazen. [N 14, 72; monogr.] I-11
tuiertouw, tuierketting zeel: zęl (Hushoven) Het touw of de ketting waarmee men de koe of de geit aan de tuierpaal vastmaakt. [A 17, 20; N 3a, 14h; JG 1c, 2c; monogr.; add. uit N 14, 73b] I-11
tuin hof: huəf (Hushoven) tuin III-2-1
tuinbonen kniebonen: kni-jboeën (Hushoven), wollebonen: mv.  wölleboeëne (Hushoven), wollewantjes: wöllewantjes (Hushoven) tuinbonen || tuinbonen, jonge || tuinboon I-7
tuinfluiter grijsje: grieske (Hushoven, ... ), hoffluiter: de opgegeven betekenis is: "heggemus, tuinfluiter"; ondergebracht bij tuinfluiter  hoeëffluiter (Hushoven) Hoe heet de tuinfluiter? [DC 06 (1938)] || tuinfluiter III-4-1
tuinkervel kervel: kêr’revel (Hushoven) kervel I-7
tuinmuur tuinmuur: tȳnmūr (Hushoven) Uit horizontale en verticale balken samengestelde wand die is opgevuld met vlechtwerk en vervolgens is afgesmeerd met leemspecie. In plaats van vlechtwerk kunnen ook bakstenen worden gebruikt. [S 42; N 4A, 53f; N F, 56b; N 31, 45a; monogr.; N 4A, 52f; N 4A, 52d] II-9
tweede klaveroogst tweede snede: twīǝdǝ šnīǝi̯ (Hushoven) In verband met de benamingen voor nagras is de informanten ook gevraagd of ze een specifiek woord kenden voor de tweede klaveroogst; hier zijn alleen de opgaven opgenomen die afweken van die voor ''nagras''. [N 14, 128c] I-3
tweede laag schoven van het dorsbed tweede bed: twīi̯dǝ be̜t (Hushoven) De specifieke benaming van de tweede laag schoven, bestaande uit twee rijen die met de koppen naar elkaar toe liggen, zoals die op de eerste rij van het vorige lemma wordt gelegd. Zeer vaak is de benaming van deze bovenste laag dezelfde als die van het bed als geheel; dan is die benaming hier niet herhaald; zie het lemma ''dorsbed, de laag schoven op de dorsvloer'' (6.1.16). In L 159a wordt nog aangetekend dat "de aren van de tweede laag veerden op de eerste rij, en door dit veren lieten de korrels beter los". Zie afbeelding 11, b. [N 14, 17c; monogr.] I-4