e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bingelrade

Overzicht

Gevonden: 1205

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
aarden pot aarden pot: ē̜rdǝ pǫt (Bingelrade) Aarden pot, bleekbruin van kleur. Dorren (Valkenburgs Woordenboek) merkt op pag. 15 over de term baar op: ø̄̄Naar de grootte onderscheidt men één-, twee- en drieschildersbaren, wijl ze gemerkt zijn met één, twee of drie schildjes (reliefstempels), met een inhoud van circa 20, 30 en 40 liter.ø̄̄ De driekroonse pot was een verglaasde pot voor het inmaken van zuurkool, braadworst en bonen. De pot was gemerkt met drie kroontjes en had een inhoud van 20 tot 50 liter. Het woordtype driekronenpot duidt waarschijnlijk een vergelijkbare pot aan. Zie hiervoor ook de toelichting bij het lemma ɛstroopvatɛ in wld II.2, pag. 59.' [N 49, 103b; L 1a-m; L 32, 15a; L 32, 15b; R 3, 5; S 1; monogr.] II-8
aardmannetje (kabouter) aardmannetje: êrdmenke (Bingelrade) aardmannetje [SGV (1914)] III-3-3
aarzelen niet durven: neit goud doerre (Bingelrade) aarzelen [SGV (1914)] III-1-4
aas in het kaartspel aast: roeten aast (Bingelrade) Aas: Ruiten aas. [SGV (1914)] III-3-2
achterste achterste: echuschte (Bingelrade) achterste [SGV (1914)] III-1-1
adem adem: oam (Bingelrade) adem [SGV (1914)] III-1-1
ademen ademhalen: oam hoale (Bingelrade) ademen [SGV (1914)] III-1-1
ader ader: oar (Bingelrade), oare (Bingelrade) ader [SGV (1914)] || aderen [SGV (1914)] III-1-1
afdak afdak: aafdaak (Bingelrade) afdak [SGV (1914)] III-2-1
afkomst afkomst: aafkomst (Bingelrade) afkomst [N 87 (1981)] III-2-2