e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Wijchmaal

Overzicht

Gevonden: 1314

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
aardappels schillen schillen: schèllen (Wijchmaal) (aardappels) schillen [Lk 01 (1953)] III-2-3
aardappelschil schil: sxęl (Wijchmaal) Het velletje van de vrucht van de aardappel. [JG 1a, 1b; monogr.] I-5
aardappelstruik bos: bǫs (Wijchmaal), stronk: stroŋk (Wijchmaal) Het geheel van de aardappelplant of aardappelbos: wortels, stengels. bladeren en bloemen. In het lemma en op de kaart is aangetekend waar zich de opvallende monoftong /u/ bevindt in struik, terwijl men een diftong of palatalisering zou verwachten; zie Stevens 1951, 249. Voor de fonetische documentatie van de typen aardappel en patat, zie het lemma Aardappel. [N 12, 5; JG 1a, 1b; A 23, 17c; Lu 1, 17c; monogr.] I-5
aardbei aardbeer: eͅrbēr (Wijchmaal), ɛrdbēr (Wijchmaal) [DC GV (1935) M] [ZND 19A (1936)] I-7
aars kont: kǫ.nt (Wijchmaal) [JG 1a, 1b; N 8, 13, 32.9 en 35] I-9
aas in het kaartspel aas: āōzen (Wijchmaal), harten aōs (Wijchmaal), schuppen oas (Wijchmaal, ... ), tussen de o en de kk staat bovenaan een kleine u  kokken aos (Wijchmaal) Aas: harten aas (in het kaartspel). [ZND 19A (1936)] || Aas: ruiten aas (kaartspel). [ZND 06 (1924)] || Aas: schoppen aas (kaartspel). [ZND 06 (1924)] || Ik heb de vier azen. [ZND 19A (1936)] || Schoppen: schoppen aas (kaartspel). [ZND 06 (1924)] III-3-2
abuis abuis: ge zijt abŭŭs (Wijchmaal), ook materiaal znd 19a,6  ge zijt abuus (Wijchmaal) abuis [ZND 01 (1922)] || Ge zijt abuis (= ge vergist u). [ZND 19 (1936)] III-1-4
achterknie hak: hak (Wijchmaal) Uitstekend achterpootsgewricht van het paard. Een gedeelte van de termen duidt niet de uit- maar de insprong of knieholte aan. Zie afbeelding 2.40. [JG 1a, 1b, 2c; N 8, 32.1, 32.5, 32.9, 32.10, 32.11 en 32.12] I-9
achteruit hup-terug: hø̜p tryk (Wijchmaal) Voermansroep om het paard achteruit te doen gaan. [JG 1b; N 8, 95l en 96; L B 2, 254; L 36, 81b; monogr.] I-10
achterwand bred: brēt (Wijchmaal), karschoft: kɛ̄rsxoft (Wijchmaal) De afneembare achterplank van de kar of wagen. Deze plank werd tussen de twee zijwanden geschoven om de laadruimte af te sluiten en kon tijdens het lossen weggenomen worden. Voor de betekenisontwikkelingen van de verschillende woordtypes, zie de toelichting bij het lemma voorwand. Op de kaart zijn voor Belgisch Limburg alleen de gegevens uit de mondelinge enqu√™te opgenomen. [N 17, 30a + 36 + 48; N G, 61c; JG 1a; JG 1b; JG 2b; JG 2c; A 26, 1a; Lu 4, 1a; L 33, 4; L 40, 56; monogr.] I-13