e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L246p plaats=Horst

Overzicht

Gevonden: 3618
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bezadigd doodgemoedereerd: doëd gemoedereerd (Horst) zeer kalm [bezadigd, bedaard, gemoedereerd] [N 85 (1981)] III-1-4
bezem bezem: beͅsəm (Horst), bɛsəm (Horst) bezem [RND], [SGV (1914)] III-2-1
bezemsteel steel: stēl (Horst) bezemsteel [RND] III-2-1
bezig zijn doende zijn: doonde ziēn (Horst) werkzaam aan of met iets bezig zijn [bezig, onledig, ollig, doende, gesteld [zijn aan]] [N 85 (1981)] III-1-4
bezoek bezoek: bezeuk (Horst), bezèùk (Horst) bezoek [SGV (1914)] || de personen die op bezoek komen [bezoek, visite, volk] [N 87 (1981)] III-3-1
bezorgd bezorgd: bezörg (Horst) ongerust zijn, vol kommer en zorg zijn (d) [betusseld, betimperd, zorg hebben] [N 85 (1981)] III-1-4
bezwaarlijk bezwaarlijk: bezwaorlik (Horst), kwalijk: kwaolik (Horst) zwaar vallend [bezwaarlijk, kwalijk] [N 85 (1981)] III-1-4
bibberen bibberen: bibbere (Horst), razelen: razele (Horst), sidderen: siddere (Horst) beven [rijde, ridde, riere, rijgele, rijere] [N 10a (1961)] || bibberen, bibberen [SGV (1914)] III-1-2
bidden beden: bɛje (Horst) bidden [SGV (1914)] III-3-3
biechten (gaan) biechten (gaan): biechte (Horst) biechten [SGV (1914)] III-3-3