e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L433p plaats=Nieuwstadt

Overzicht

Gevonden: 3173
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
blaar blaar: blaor (Nieuwstadt) Blaar: blaasachtige opzetting van de huid (blaar, blein). [N 84 (1981)] III-1-2
blaasbalg van het orgel blaasbalg: bloasbalk (Nieuwstadt) De blaasbalg van het orgel. [N 96B (1989)] III-3-3
blaasmachine blaasmachine: blǭsmǝšīn (Nieuwstadt  [(Maurits)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) Machine waarmee het opvulmateriaal, vaak wasserijstenen, onder druk in een op te vullen ruimte kan worden geblazen. [N 95, 557; monogr.] II-5
blaasmachinist blaasmachinist: blǭsmašinest (Nieuwstadt  [(Maurits)]   [Domaniale]) Arbeider die de blaasmachine bedient. [N 95, 137; monogr.] II-5
blaaspijler blaaspijler: blǭspęjlǝr (Nieuwstadt  [(Maurits)]   [Maurits]) Pijler waarvan het ontkoolde gedeelte door middel van een blaasmachine met van elders aangevoerde stenen wordt opgevuld. De invuller uit Q 3 schrijft over de blaaspijler dat dit een "taille" is waar de stenen voor de "stape" onder druk ingeblazen worden. [N 95, 538; monogr.] II-5
blad, bladeren van een plant blad: blāt (Nieuwstadt), blader: blē̜ir (Nieuwstadt), blē̜r (Nieuwstadt) Blad, als deel van een plant. De meervouden en verkleinwoorden zijn apart behandeld. [JG 1a, 1b; A 3, 1; L 1, a-m; L 4, 1; L 14, 16; L 32, 21; S 3; R 7, 25; R 12, 26; monogr.] I-4
bladrozet van de paardebloem doedistel: ook wel (als voedsel voor konijnen). Of: paesbloum  doedistele (Nieuwstadt) paardebloem, bladrozet van [DC 13 (1945)] III-4-3
bladzijde blad: blaad (Nieuwstadt) ieder van de beide zijden van een blad in een boek, tijdschrift etc. [teun, pagina, bladzijde] [N 87 (1981)] III-3-1
blaffen blaffen: blaffe (Nieuwstadt) Hoe noemt u het gewone stemgeluid van een hond (blaffen, bassen, bletsen, basten) [N 83 (1981)] III-2-1
blankvoorn, voorn ruts: rutsj (Nieuwstadt) Hoe noemt u de voorn: een zoetwatervis met achter de borstvin twee buikvinnen die ter hoogte van de rugvin staan; de anaalvin staat ongeveer halfweg de eerste buikvin en de staartvin. De bek is betrekkelijk klein. Het lichaam is zijdelings samengedrukt en [N 83 (1981)] III-4-2