19689 |
bijkeuken, achterkeuken |
achterkeuken:
echterkeuke (L209p Merselo),
goot:
goot (L209p Merselo, ...
L209p Merselo),
stort:
stort (L209p Merselo, ...
L209p Merselo)
|
achterkeuken || bijkeuken || soort achterkeuken
III-2-1
|
20010 |
bijknippen v bloemen |
bijtoppen:
beejtöppe (L209p Merselo)
|
bijknippen v bloemen
III-2-1
|
29948 |
bikbijltje |
bikhamer:
bekhāmǝr (L209p Merselo)
|
Tweesnijdend bijltje met kort handvat om oude stenen schoon te kappen. Zie ook afb. 9. Het verwijderen van oude specieresten van metselstenen werd in Q 116 'afbikken' ('āf˱bekǝ') genoemd. [N 30, 15c]
II-9
|
17652 |
bil |
bats:
bats (L209p Merselo, ...
L209p Merselo,
L209p Merselo,
L209p Merselo),
bil:
bil (L209p Merselo, ...
L209p Merselo,
L209p Merselo,
L209p Merselo)
|
Bil. Ook platte woorden! [DC 01 (1931)]
III-1-1
|
19444 |
binnenplaats |
plaats:
Zet die toffel már òp ur pláts òp de pláts As de slechter òp de pláts stöt, is \'t te laat um \'t vaerke te maeste: wanneer het voorval te gebeuren staat, is het te laat om (nog) maatregelen te nemen
pláts (L209p Merselo)
|
binnenplaats
III-2-1
|
18225 |
binnenstebuiten |
krang:
krang (L209p Merselo)
|
krang (t binnenst buiten) [SGV (1914)]
III-1-3
|
33936 |
bit |
gebit:
gǝbet (L209p Merselo)
|
IJzeren mondstuk aan het hoofdstel dat men een paard in de mond, boven de onderkaak legt, en waaraan de teugels bevestigd zijn. De meeste bitten bestaan uit een rechte stang, sommige hebben een beugel in het midden om te voorkomen dat het paard zijn tong op de stang legt. Voor enkele plaatsen (L 270, Q 75, 94, 169, 174 en179) wordt gemeld dat de opgegeven term ook ter aanduiding van het wolfsgebit gebruikt wordt. [JG 1a, 1b, 2b; N 13, 19, 38b, 41; L 35, 45b; monogr.]
I-10
|
33938 |
bitringen |
leidselringen:
lęi̯tsǝlreŋǝ (L209p Merselo)
|
De beide ringen aan het einde van de bitstang. [N 13, 44]
I-10
|
33937 |
bitstang |
gebit:
gǝbet (L209p Merselo)
|
De ijzeren stang van het bit dat het paard in zijn mond heeft. De benaming voor dit onderdeel is vaak hetzelfde als die voor het bit in zijn geheel. [N 13, 42]
I-10
|
23574 |
blaasbalg van het orgel |
windzak:
wiendzak (L209p Merselo)
|
De blaasbalg van het orgel. [N 96B (1989)]
III-3-3
|