e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q021p plaats=Geleen

Overzicht

Gevonden: 5298
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bedelaarsvrouw bedelsvrouw: baedelsvrouw (Geleen) een schooiersvrouw [trut] [N 89 (1982)] III-3-1
bedelen bedelen: (de eerste e: geen duidelijke klank).  bedele (Geleen) aalmoezen vragen voor zijn levensonderhoud [schooien, bedelen, bidden] [N 89 (1982)] III-3-1
bedelmonnik soepbroeder: sopbroor (Geleen) Een bedelmonnik [sopbroêder]. [N 96D (1989)] III-3-3
bedelpater pater (lat.): paater (Geleen) Een pater van een van de bedelorden. [N 96D (1989)] III-3-3
bedevaart bedeweg: baewaeg (Geleen), bĕwēēg (Geleen) bedevaart [SGV (1914)] || Een bedevaart, pelgrimstocht, pelgrimage [beevaart, bèèvert, bidvaart, beeweg, beevaart, begankenis]. [N 96C (1989)] III-3-3
bedevaartganger bedewegganger: baewaeg genger (Geleen) Een bedevaartganger, pelgrim. [N 96C (1989)] III-3-3
bedevaartplaats bedevaartplaats: baevaartplaats (Geleen) Een bedevaartsplaats, bedevaartsplaats, genadeoord. [N 96C (1989)] III-3-3
bedevaartprentje prentje: prentje (Geleen) Een prentje ter nagedachtenis aan een bedevaart. [N 96C (1989)] III-3-3
bedevaartvaantje vaantje: vaenke (Geleen) Een vaantje of vlagje dat tijdens een bedevaart gedragen en daarna als gedachtenis aan die bedevaart bewaard wordt, bedevaartsvaantje, -vlagje, pelgrimsvlagje. [N 96C (1989)] III-3-3
bediend worden bediend worden: bedeend waere (Geleen) Bediend worden, berecht worden, de laatste sacramenten ontvan-gen. [N 96D (1989)] III-3-3