e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q021p plaats=Geleen

Overzicht

Gevonden: 5298
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bank van lening lommerd: Van Dale: lommerd, bank van lening, pandjeshuis.  lommert (Geleen) de instelling van gemeente of particulieren waar men geld krijgt op onderpand van onroerende goederen [bank van lening, lommerd, pandjeshuis] [N 89 (1982)] III-3-1
bankwerker bankwerker: baŋkwerkǝr (Geleen  [(Maurits)]   [Emma]) [monogr.; N 95, 147] II-5
barensweeën pijnen: pīēne (Geleen), wee: wee (Geleen), ween: de weeè (Geleen) Barenswee: periodieke pijnen die voorafgaan aan het baren (poos). [N 84 (1981)] III-2-2
barrevoets barvoets: bervŭs (Geleen), bɛrvəṣ (Geleen) barrevoets [SGV (1914)] || blootvoets [RND] III-1-3
basiliek basiliek (<lat.): ie=sjleiptoon  baazeliek (Geleen) Een basiliek. [N 96A (1989)] III-3-3
bazige vrouw canaille: kernaaije (Geleen) een vrouw die over iedereen de baas wil spelen en die overal aanmerkingen op heeft [kanjer, karonje, kastine, element] [N 85 (1981)] III-1-4
bed bed: be̝ͅt (Geleen) bed [RND] III-2-1
beddenbak, ressortbak ressort: resaor (Geleen) springveren matras III-2-1
bedekt een onaangenaamheid zeggen een steekje geven: sjteekskes gaeve (Geleen), schamperen: sjampere (Geleen) iemand bedekt een onaangenaamheid zeggen steken onder water geven [giepen] [N 85 (1981)] || iemand in bedekte woorden een onaangenaamheid zeggen [giepen] [N 85 (1981)] III-3-1
bedelaar bedelaar: baedelaer (Geleen) de arme persoon die rondgaat of ergens zit om aalmoezen te vragen [schooier, bedelaar, klopper, rondloper, stuper, skurriekrijger] [N 89 (1982)] III-3-1