e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q101p plaats=Valkenburg

Overzicht

Gevonden: 5178
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
been been: bein (Valkenburg) been [SGV (1914)] III-1-1
been, beenderen been: been (Valkenburg), bein (Valkenburg), knook: kneuk (Valkenburg, ... ), knook (Valkenburg, ... ) beenderen [N 10a (1961)] || benen, been (Frans: un os) [knook, knowk, been, bot] [N 10 (1961)] III-1-1
beervoetigheid (het heeft/staat) bereklauw: bē̜rǝklau̯ (Valkenburg) Beervoetige stand, een afwijking, waarbij de kootas naar voren is gebroken door het achterwaarts doorzakken van de koot, zodat de vetlok met de bodem in aanraking komt. [JG 1a, 1b; N 8, 93b] I-9
beet, hap bof: bŏĕf (Valkenburg, ... ), fr. boechée  boef (Valkenburg) hap || hap; Hoe noemt U: Zoveel als men in één keer afbijt of in de mond neemt (hap, beet, knap, kneuvel) [N 80 (1980)] III-2-3
beetje, een weinig fietsje: fîtske (Valkenburg), hanenpinnetje: hanepinneke (Valkenburg) beetje, een weinig III-4-4
bef befje: bèfke (Valkenburg) bef [bavetje, sammezetje, bandje] [N 23 (1964)] III-1-3
begeerlijk begeerlijk: begièrlik (Valkenburg) begeerig [SGV (1914)] III-1-4
begeleider van het baldakijn hemelwacht: hemelwach (Valkenburg) De begeleiders van de hemel, bijvoorbeeld vier leden van de schutterij [hiëmelwach]. [N 96C (1989)] III-3-3
begerig grasuilig: graasuuleg (Valkenburg), happig: heppetig (Valkenburg) begerig || happig, hebzuchtig, gretig III-1-4
begijn begijn: begien (Valkenburg) De bewoonster van een begijnhof [begien]. [N 96D (1989)] III-3-3