e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q101p plaats=Valkenburg

Overzicht

Gevonden: 5178
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
beginvoor, -voren de voor: dǝ [voor] (Valkenburg) Naar gelang de ploegwijze en de soort van ploeg kan men de eerste voor of voren ofwel in het midden ofwel aan de zijkant(en) van de akker ploegen. In dit lemma zijn de termen verzameld die als benaming voor de beginvoren (of -voor) in het algemeen werden opgegeven of als zodanig konden worden uitgelegd. Dit laatste is het geval met het woordtype aanscheut, voorzover dat werd gegeven n.a.v. de vraag naar "rug, verhoogd middendeel" (JG 1a + 1b). Blijkens opgaven van dat type uit de beide andere bronnen beperkt deze term zich niet tot de beginvoren in het midden. Hij komt inhoudelijk overeen met aanslag, aanwerk, aantrek e.d. waarmee niet zozeer de eerste voor of voren als zodanig, als wel het ploegen daarvan, het aanvangswerk bedoeld wordt. Omgekeerd is het type rug, dat n.a.v. de vraag naar "de eerste voor die de boer ploegt" (N 11, 60), niet hier maar in het volgende lemma opgenomen. Het bij enkele plaatsen vermelde aantal voren heeft betrekking op de aanscheut die in het midden van de akker gemaakt is. Voor voor zie men het lemma ploegvoor. [JG 1a + 1b] I-1
begrafenis begrafenis: begrafenis (Valkenburg), begreffenis (Valkenburg) begrafenis [SGV (1914)] || de gezamenlijke handelingen en plechtigheden waarmee een dode ter aarde besteld wordt [begrafenis, uitvaart, begankenis, zinking, leuves, geuves] [N 87 (1981)] III-2-2
begrafenismaal begrafenisfeest: begreffenisfiès (Valkenburg, ... ), koffietafel: koffietafel (Valkenburg), lijkmaal: lijkmaal (Valkenburg), vroeger  liekmaol (Valkenburg), vroeger voor iedereen; nu alleen voor familie  lijkmaal (Valkenburg) het begrafenismaal [N 96D (1989)] || Is in uw omgeving het begrafenismaal bekend? Zoo ja, hoe noemt men het (groevenmaal, lijkmaal, grafmaal, uitigst, enz.)? [VC 03 (1937)] III-2-2
begraven begraven: begrave (Valkenburg) een dode begraven [graven, zinken, begraven] [N 87 (1981)] III-2-2
begrijpen begrijpen: begriepe (Valkenburg), kennen: kinne (Valkenburg) met het verstand vatten, begrijpen [kennen, omvatten, begrijpen] [N 85 (1981)] III-1-4
begrip, besef begrip: begriep (Valkenburg), begrip (Valkenburg), benul: benöl (Valkenburg) besef (hij heeft er geen ~ van) [SGV (1914)] || een bewuste, duidelijke voorstelling [benul, belul, besef] [N 85 (1981)] || het vermogen om iets te begrijpen [begrip, begrijp] [N 85 (1981)] III-1-4
behangen tapisseren: tapǝsērǝ (Valkenburg) Zie kaart. De techniek van het opplakken van behangselpapier met alle bijkomende werkzaamheden zoals het aanbrengen van behangjute. [N 67, 92a; monogr.] II-9
behangsel tapijt: tapēt (Valkenburg) Wandbedekking, vroeger vervaardigd van weefsels en leer, tegenwoordig meestal van papier. Een patroon op behangpapier werd in L 423 'dessin' ('dǝsęŋ') genoemd. [N 67, 92b; monogr.] II-9
beide beenderen van de onderkaak geschaar: gǝšīǝr (Valkenburg), schaar: šīr (Valkenburg) De scha(a)r(en) of het geschaar vormen de beide takken van de onderkaak van een paard en de uitwendige holte in het achterste gedeelte daarvan. Zie afbeelding 2.11. [JG 1a, 1b; N 8, 30] I-9
beieren beieren: beijere (Valkenburg), bèjjere (Valkenburg) Beiaarden; klokken luiden op ongewone wijze. || Hoe zegt men : de klokken beieren?. [N 96A (1989)] III-3-2, III-3-3