18945 |
gemeen |
gemeen:
gəmein (Q163p Berg)
|
gemeen [ZND A2 (1940sq)]
III-1-4
|
18165 |
genezen |
genezen:
gənēͅzə (Q163p Berg, ...
Q163p Berg)
|
genezen [ZND m] || genezen (ww) [ZND A1 (1940sq)]
III-1-2
|
33319 |
gepachte hoeve, pachtgoed |
winning:
wɛneŋ (Q163p Berg)
|
Het bedrijf dat een boer niet in eigen bezit heeft maar pacht (huurt) van de eigenaar aan wie hij in enige vorm betaalt voor het gebruik. Bij winning in L 352 wordt aangetekend: "vroeger heeft de naam denkelijk bestaan, want er is nog een boerderij die de naam De Winning draagt". Bij enkele opgaven in Nederlands Zuid-Limburg wordt opgemerkt dat enige pachthoeven nog in "halfsheid liggen"; de eigenaar ontvangt de helft van het koren, terwijl de pachter ("halfer") het overblijvende koren krijgt met het stro. Algemene en specifieke termen zijn in dit lemma uit elkaar gehouden. Voor de fonetische documentatie van de opgaven die gelijk zijn aan die voor boerderij in het algemeen, zie het lemma "boerderij, algemeen" (1.1.1). [A 10, 2bI; L 38, 21a; L 48, 22; Lu 2, 22; S 27; Wi 18; monogr.; add. uit L 38, 22 en ander materiaal van lemma 1.1.1]
I-6
|
34057 |
geprimeerde stier |
prijsduur:
prai.s˱dȳr (Q163p Berg)
|
Stier die prijzen en andere bekroningen heeft behaald. [JG 1a, 1b]
I-11
|
18939 |
gereed |
klaar:
klūər (Q163p Berg)
|
klaar [ZND A2 (1940sq)]
III-1-4
|
32979 |
gerst |
gerst:
gas (Q163p Berg)
|
Hordeum L. De gerstteelt was in Belgisch Limburg betrekkelijk zeldzaam. Bij zomergerst wordt aangetekend: vooral bestemd voor de brouwerij; bij wintergerst: vooral bestemd als veevoer. Volgorde varianten van gerst: 1. met "rst" in de auslautgroep; 2. met "st"; 3. met "rs"; en 4: met alleen "s" in de auslautgroep; zie de eerste klankkaart [kaart 6]; in de tweede klankkaart [kaart 7] is de geografische verspreiding van het vocalisme weergegeven. Zie afbeelding 1, d. [JG 1a, 1b; L A1, 127; L 1 a-m; L 24, 6a; L lijst graangewassen, 2; R 3, 24; S 10; Wi 53; monogr.]
I-4
|
34394 |
gesneden mannelijk schaap |
hamel:
hǭ.mǝl (Q163p Berg)
|
[N 19, 65a; JG 1a, 1b, 1c, 2c; AGV m 3; A 2, 46; A 4, 22a; R 3, 24; N 77, add.; L 39, 44; L 20, 22a; L 5, 30b; Wi 12; monogr.]
I-12
|
34305 |
gesneden mannelijk varken |
berg:
bɛ.rǝx (Q163p Berg)
|
Het WNT (II, 1 blz. 1872 s.v. berg (II)) geeft de volgende definitie van berg: "Hetzelfde als Barg (I), inzonderheid toegepast op de mannelijke biggen die, ongeveer drie weken oud, zijn gesneden". [N 19, 8; A 4, 4b; A 4, 4a; L 20, 4b; L 37, 49e; JG 1a, 1b, 2c; S 39; N C, add.; monogr.; N E 1, 12]
I-12
|
20315 |
getrouwde vrouw |
getrouwd wijf:
gətraowt waajf (Q163p Berg),
getrouwde vrouw:
gətróódə vróó (Q163p Berg)
|
getrouwde vrouw; een - - moet kunnen naaien [RND]
III-2-2
|
17808 |
geven |
geven:
gēͅvə (Q163p Berg)
|
geven [ZND A1 (1940sq)]
III-1-2
|