e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L318b plaats=Tungelroy

Overzicht

Gevonden: 6382
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
beddenlaken laken: lākə (Tungelroy, ... ) laken III-2-1
beddenplank bedplank: beͅtpla.ŋk (Tungelroy) beddeplank, een van de planken onder de matras III-2-1
beddenwarmer kruik: (alleen als bedkruik)  kroek (Tungelroy) kruik, metalen ~; inventarisatie benamingen; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1
bedekt een onaangenaamheid zeggen steken: staeke (Tungelroy) iemand bedekt een onaangenaamheid zeggen steken onder water geven [giepen] [N 85 (1981)] III-3-1
bedelaar bedelaar: baedeler (Tungelroy), bédeléér (Tungelroy), schooier: sjoeejer (Tungelroy), sjoejer (Tungelroy, ... ) de arme persoon die rondgaat of ergens zit om aalmoezen te vragen [schooier, bedelaar, klopper, rondloper, stuper, skurriekrijger] [N 89 (1982)] || koopman die met zijn waren langs de deuren gaat? [N 21 (1963)] III-3-1
bedelaarsvrouw schooiersvrouw: sjoeejersvrouw (Tungelroy), schooierswijf: sjoeejerswief (Tungelroy), sjoejerswīēf (Tungelroy) een schooiersvrouw [trut] [N 89 (1982)] III-3-1
bedelen bedelen: baedele (Tungelroy), schooien: sjoeeje (Tungelroy), sjōēje (Tungelroy) aalmoezen vragen voor zijn levensonderhoud [schooien, bedelen, bidden] [N 89 (1982)] III-3-1
bedelpater bedelbroeder: baedelbroor (Tungelroy) Een pater van een van de bedelorden. [N 96D (1989)] III-3-3
bederven, gezegd van pekel stinken: (de pekel) steŋkt (Tungelroy) De zoutoplossing kan bederven doordat te veel bloed uit het vlees trekt en zich met de pekel vermengt. [N 28, 109; monogr.] II-1
bedevaart bedevaart: baevaart (Tungelroy), bedeweg: baejweeg (Tungelroy) Een bedevaart, pelgrimstocht, pelgrimage [beevaart, bèèvert, bidvaart, beeweg, beevaart, begankenis]. [N 96C (1989)] III-3-3