e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L364p plaats=Meeuwen

Overzicht

Gevonden: 4441
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bezem bessem: bɛsǝm (Meeuwen), bezem: bɛsəm (Meeuwen, ... ), bɛ̝səm (Meeuwen), Hèè kos de bessem ûtstèke, (omdat zijn vrouw hem had verlaten) ein bessem(e) stiêl is van börkehuit en eine heksebessem staat voor een abnormale dichte vertakking in een boomkruin(waarop de heksen tijdens hun luchtreis op een bezemsteel kunnen rusten)  bessem (Meeuwen) bezem [RND], [ZND 01 (1922)], [ZND 21 (1936)] || Het keren van de dorsvloer gebeurt vaak met een bezem vervaardigd uit bremtakken. [JG 1a, 1b; monogr.; add. uit N 14, 32b en 34b] I-4, III-2-1
bezemsteel bezemsteel: Lûster, det zitsj zuu inne stiêl: het geval zit aldus in elkaar  bessemstiêl (Meeuwen), steel: stīəl (Meeuwen) bezemsteel [RND] III-2-1
bezig bezig: beezich (Meeuwen), bēͅzəx (Meeuwen), doende: doende (Meeuwen) bezig || werkzaam aan of met iets bezig zijn [bezig, onledig, ollig, doende, gesteld [zijn aan]] [N 85 (1981)] III-1-4
bezoek bezoek: bezoek (Meeuwen) de personen die op bezoek komen [bezoek, visite, volk] [N 87 (1981)] III-3-1
bezoeken bezoeken: bezoeken (Meeuwen) een zieke bezoeken [randen] [N 87 (1981)] III-3-1
bezorgd bezorgd: bəzeͅrəxt sēͅn (Meeuwen), bəzèricht (Meeuwen), vol onrust: vol onrust (Meeuwen) bezorgd || ongerust zijn, vol kommer en zorg zijn (d) [betusseld, betimperd, zorg hebben] [N 85 (1981)] III-1-4
bezwaarlijk kwalijk: kōͅlək (Meeuwen) zwaar vallend [bezwaarlijk, kwalijk] [N 85 (1981)] III-1-4
bezwijming bezwijming: bəzwimiŋ (Meeuwen) Bezwijming: flauwte, onmacht (kwalijkte, kwalijkvaart, zwijm, zwijmel). [N 84 (1981)] III-1-2
bibberen rijderen: riəren (Meeuwen) beven, bibberen [ZND 21 (1936)] III-1-2
bidden beden: dich moost bēͅyn (Meeuwen) Ge moet bidden (in de kerk). [ZND 21 (1936)] III-3-3