e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L413p plaats=Helchteren

Overzicht

Gevonden: 2273
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bretel bretel (<fr.): bretelle (Helchteren) draagband om een broek op te houden (fr. bretelle) [ZND 35 (1941)] III-1-3
breuk breuk: breuk (Helchteren, ... ) breuk [ZND A2 (1940sq)] || hij heeft een breuk (in de buik; Fr. hernie) [ZND 22 (1936)] III-1-2
brief brief: bri:f (Helchteren) brief [RND] III-3-1
briesen pruisen: prǭ.sǝ (Helchteren) Proestend, snuivend of blazend geluid met neus en lippen maken. [JG 1a, 1b; L 1, a-m; L 22, 21; N 8, 66 en 67; S 5] I-9
broeden, op eieren zitten broeden: bryǝn (Helchteren) [N 19, 45; N 19, 44d; Vld.; S 5; L 1a-m; L 22, 22; JG 1a, 1b; monogr.] I-12
broeder broeder: bryr (Helchteren) Een broeder. [ZND A2 (1940sq)] III-3-3
broedhen broeder: bryǝr (Helchteren) Kip die voortdurend neigingen vertoont om te broeden. [N 19, 59; JG 1a, 1b, 1c, 2c; monogr.] I-12
broeien inweken: enwē̜kǝ (Helchteren), overgieten: ø̄vǝrgītǝ (Helchteren), schouwen: sxān (Helchteren), water opgieten: wǭtǝr ǫpgītǝ (Helchteren) Het varken met heet water begieten om de haren en de opperhuid te weken, opdat de haren gemakkelijk afgekrabd kunnen worden. [N 28, 19; monogr.] II-1
broek kontriem: kǫntrim (Helchteren), onderste riem van achterhaam: onderste riem van achterhaam (Helchteren) De horizontale riem van het achterhaam die om de billen van het paard loopt. [JG 1a, 1b, 2b; N 13, 75; monogr.] I-10
broek: algemeen broek: brok (Helchteren), Lang en korte brok.  brok (Helchteren) broek [ZND 22 (1936)] || broek (kledingstuk voor mannen) [ZND 16 (1934)] III-1-3