| 22722 |
woonwagen |
kermiswagen:
kirmes wage (L433p Nieuwstadt)
|
De woonwagen van kermisklanten [karrakiekast, brak]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|
| 21014 |
wormstekig |
aangevreten:
aangevraete (L433p Nieuwstadt),
wormstekig:
wormsjtaekig (L433p Nieuwstadt),
zit de worm in:
zit de wörm in (L433p Nieuwstadt, ...
L433p Nieuwstadt)
|
Door wormen aangetast, gezegd van fruit (wormstekig, gemaaid, vermaaid, verpielt, meutelig, maaistekig, maaisteek). [N 82 (1981)] || wormstekig ve appel [DC 23 (1953)]
I-7, III-2-3
|
| 22430 |
worstelen |
ringen:
ringe (L433p Nieuwstadt)
|
De tak van krachtsport waarbij het doel is de tegenstander door bepaalde grepen en bewegingen op de grond te werpen [zo dat zijn schouders de grond raken] [worstelen, borstelen]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
| 24500 |
wortel (alg.) |
stronk:
sjtrönk (L433p Nieuwstadt)
|
Het gedeelte van een plant, boom, dat in de grond zit en dat het voedselhoudende water opneemt (wortel, doel). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
| 17679 |
wreef |
wreef:
vreif (L433p Nieuwstadt)
|
wreef - welk gedeelte van het lichaam wordt er mee bedoeld? [DC 01 (1931)]
III-1-1
|
| 19354 |
wrevelig (zijn) |
neutelijk:
neutelik (L433p Nieuwstadt)
|
gemakkelijk te ontstemmen, een beetje knorrig [wrevelig, monkachtig] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
| 17892 |
wrijven |
wrijven:
vrieve (L433p Nieuwstadt)
|
Wrijven: met de hand herhaaldelijk over iets strijken (wrijven, frotteren). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
| 17888 |
wroeten |
wroetelen:
vruitelen (L433p Nieuwstadt)
|
Wroeten: al woelend en zoekend graven in de grond (modden, wroeten, woelen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
| 18976 |
wulps |
wuft:
zie ook WLD III, 2.2. lemmata "onkuis"en "geil, wellustig
wuf (L433p Nieuwstadt)
|
wellustig, vervuld van sterk zinnelijk genoegen [wulps, wuft, wups, vet] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
| 20037 |
yucca (yucca flaccida haw.) |
yucca:
joeka (L433p Nieuwstadt)
|
Yucca (yucca filamentosa). Planten met prachtige, witte, klokvormige, hangende bloemen in grote pluimen. De stengel is gegroefd en heeft brede lintvormige bladeren met aan de randen lange vezels (adaamsnaald, jukka). [N 92 (1982)]
III-2-1
|