e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L414p plaats=Houthalen

Overzicht

Gevonden: 4881
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bezorgen ronddragen: rontrāgǝ (Houthalen) Brood thuis bezorgen. Het woordtype "kremeren" duidt op het feit dat het brood niet door de rondbrenger gebakken is maar dat het door een grote bakkerij of broodfabriek geleverd wordt. Een eventueel opgegeven object "brood" wordt niet gedocumenteerd. [N 29, 99a, N 29, 99b; N 29, 100 add.; monogr] II-1
biaisband biais: bi-jē (Houthalen) Band van schuingeknipte stof met omgestreken kanten. Men gebruikt deze voor de afwerking van gebogen naden en zomen. [N 62, 59a; N 59, 41; N 59, 40a; N 62, 58c] II-7
bibberen beven: biêven (Houthalen), bibberen: bebərə (Houthalen), bibberen (Houthalen) beven (bibberen) [ZND B2 (1940sq)] || beven, bibberen [ZND 21 (1936)] III-1-2
bidden beden: bejə(n) (Houthalen), bieeje (Houthalen), ge mot biêe (Houthalen) Bidden (in de kerk). [ZND B1 (1940sq)] || Bidden, beden, zich beden [bidde, bèèje, zich bèèje, zich bèëne?]. [N 96B (1989)] || Ge moet bidden (in de kerk). [ZND 21 (1936)] III-3-3
bidprentje doodsbeeldje: doedsbùlleke (Houthalen) een bidprentje, doodsprentje, gedachtenisprentje, tijdens de uitvaartdient uitgereikt, "beeldje"[doeëdetsiddel] [N 96D (1989)] III-2-2
bidstoel trouwbank: trouwbank (Houthalen) Een bidstoel met knie- en armsteun, waarop men alleen maar geknield kan zitten [prie-Dieu?]. [N 96A (1989)] III-3-3
bidstond uurbedens: oerbiejes (Houthalen) Altijddurende/gedurige aanbidding van het Sacrament des Altaars. [N 96B (1989)] III-3-3
biecht biecht: bicht (Houthalen) De biecht [biech]. [N 96D (1989)] III-3-3
biecht horen biechten: bichte (Houthalen) Biecht horen door de priester. [N 96D (1989)] III-3-3
biechten (gaan) te biechte gaan: te bichte goan (Houthalen), zich biechten (gaan): vië goan aas bichten (Houthalen) Biechten, te biecht gaan, biecht spreken [zich biechte]. [N 96D (1989)] || We gaan biechten, of ... ons biechten, of ... te biechte (welke uitdrukking is hiervoor gebruikelijk?). [ZND 21 (1936)] III-3-3