e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q075p plaats=Vliermaalroot

Overzicht

Gevonden: 1287
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
geschiedenis geschiedenis: ai zoals in t Frans mais  n gesjiedenis vertailen (Vliermaalroot), historie: n histori vertèlle (Vliermaalroot) Een geschiedenis vertellen [ZND 24 1937)] III-3-1
gesneden mannelijk schaap hamel: hǭ.mǝl (Vliermaalroot) [N 19, 65a; JG 1a, 1b, 1c, 2c; AGV m 3; A 2, 46; A 4, 22a; R 3, 24; N 77, add.; L 39, 44; L 20, 22a; L 5, 30b; Wi 12; monogr.] I-12
gesneden mannelijk varken berg: bɛrx (Vliermaalroot) Het WNT (II, 1 blz. 1872 s.v. berg (II)) geeft de volgende definitie van berg: "Hetzelfde als Barg (I), inzonderheid toegepast op de mannelijke biggen die, ongeveer drie weken oud, zijn gesneden". [N 19, 8; A 4, 4b; A 4, 4a; L 20, 4b; L 37, 49e; JG 1a, 1b, 2c; S 39; N C, add.; monogr.; N E 1, 12] I-12
gesneden vrouwelijk varken kwee: kwęi̯ (Vliermaalroot  [(gesneden)]  ) Uit de antwoorden blijkt dat gelt verschillende betekenissen kan hebben. Er zijn informanten (K 278, L 421, 422, 423, Q 197, 211) die zeggen dat het snijden van een vrouwelijk varken ter plekke onbekend is. Het onvruchtbaar maken bestond uit het doorknippen van de eileiders. [N 19, 9; A 4, 4c; L 20, 4c; L 37, 49e; JG 1b; L 37, 49f; monogr.] I-12
getrouwde vrouw getrouwd wijf: ouder  gətrówt wééf (Vliermaalroot), getrouwde vrouw: gətrówdə vrów (Vliermaalroot) getrouwde vrouw; een - - moet kunnen naaien [RND] III-2-2
getuigen getuigen: getuige (Vliermaalroot), tuigen: tuige (Vliermaalroot) getuigen [ZND 24 (1937)] III-3-1
gevangenis prison (<fr.): Van Dale: prison (&lt;Fr.), (gew.) gevangenis.  personk (Vliermaalroot), perzong (Vliermaalroot), prezong (Vliermaalroot) gevangenis [ZND 24 (1937)] III-3-1
gevoelig (zijn) nog niet heel gedaan: men haant es noch nie hiejl gedén (Vliermaalroot), nog voelen: ich vuul het noch (Vliermaalroot) mijn hand is nog gevoelig (b.v. op de plaats waar ik mij vroeger verbrand heb) [ZND 24 (1937)] III-1-1
gevoelloos (zijn) doof: doof (Vliermaalroot, ... ) in die vinger heb ik geen gevoel; hij is helemaal ... [ZND 24 (1937)] III-1-1
gewelf plafond: plǝfǫŋ (Vliermaalroot) Gebogen vlak, samengesteld uit bakstenen, dat de overdekking vormt van een ruimte die wordt omsloten door muren of pijlers. Zie ook de lemmata 'Troggewelf' en 'Tongewelf'. [S 10; L 1 a-m; L 24, 12; N 79, 18; monogr.] II-9