e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q097p plaats=Ulestraten

Overzicht

Gevonden: 3378
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zure haring rolmops: rólmops (gevölt) (Ulestraten), zure haring: zoere hieéring (Ulestraten) rolmops; Hoe noemt U: Een haring in het zuur (rolmops) [N 80 (1980)] III-2-3
zure oprisping zuur: het kump ich zoer op (Ulestraten), t zoer (Ulestraten), t zoer in de maag (Ulestraten), t zoer opsjtwaote (Ulestraten), zoer (Ulestraten) Hoe noemt u het zure deel van het maagsap, dat wel eens naar boven komt? [DC 47 (1972)] || oprisping hebben gepaard gaande met een zure smaak in de mond [opzuure] [N 10 (1961)] || oprisping, een zure oprisping [de vuilen opbot, zooj, zuur] [N 10a (1961)] III-1-2
zuring, groente franse surelle: franse serel (Ulestraten), zuurmoes: zoermoos (Ulestraten) Zuring die als groente wordt gekweekt [N 14 (1962)] I-7
zuster zuster: zuster (Ulestraten, ... ) zuster [haar] [SGV (1914)] || zuster; bestaat er een woord voor broers en zusters samen (Hd. Geschwister?) [DC 05 (1937)] III-2-2
zuur oprispen opkomen, het zuur komt mij op: het kump ich zoer op (Ulestraten), opstoten, zuur -: t zoer opsjtwaote (Ulestraten) oprisping hebben gepaard gaande met een zure smaak in de mond [opzuure] [N 10 (1961)] III-1-2
zuurdeeg deegsem: dęjxsǝm (Ulestraten), zuurdeeg: zurdęjx (Ulestraten), zuurdeegsem: zurdęjxsǝm (Ulestraten), zuurdesem: zurdęjsǝm (Ulestraten) Door gisting verzuurd deeg, gebruikt als rijsmiddel om nieuw brood te maken. Het is overschot van het deeg dat de vorige keer is gebakken. Met zuurdeeg wordt roggebrood gebakken, terwijl voor witbrood brouwersgist wordt gebruikt. Het zuurdeeg wordt in een bepaalde vorm, meestal broodvorm, gekneed en aan de bovenkant van een gaatje voorzien waarin een handvol zout wordt gedaan. Ook maakt men met de vinger wel eens een kruisje waarop men dan zout strooit. Tot de volgende bakdag wordt het zuurdeeg in de baktrog of in een doek of pot of in de kelder bewaard. Voor het gebruik wordt de droge korst van het zuurdeeg afgesneden en de rest in warm water gebrokkeld en geweekt (Weyns blz. 45). [N 29, 23a; N 16, 75; N 29, 23b; L 1a-m; L 2, 21b; LB 2, 236; OB 2, 4; OB 2, 6; JG 1b add.; S 6; S 6 add.; monogr.] II-1
zuurdeeg maken deegsemen: dęjxsǝmǝn (Ulestraten) Een restant van het deeg een poos laten "rijpen", totdat het zuurdeeg is geworden en het aldus verkregen zuurdeeg gebruiksklaar maken. [N 29, 23b; S 6; monogr.] II-1
zuurdesem zuurdesem: zoerdeigsem (Ulestraten) Zuurdeeg, gebruikt i.p.v. gist (heevel?) [N 16 (1962)] III-2-3
zuurkool zuurmoes: zoermoos (Ulestraten, ... ) zuurkool [SGV (1914)] || Zuurkool (zoerkolle, suuremoes?) [N 16 (1962)] III-2-3
zuurkoolstamppot zuurmoespuree: zoermoospurée (Ulestraten) Stamppot van aardappelen en zuurkool [N 16 (1962)] III-2-3