e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q097p plaats=Ulestraten

Overzicht

Gevonden: 3378
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zwarte bladluis bladluis: Veldeke  blaadloes (Ulestraten), meel: Veldeke  meel (Ulestraten) bladluis (zoals bijv. de zwarte tuinbonenluis) [himmelzoad, meelow, melde, smeelje] [N 26 (1964)] III-4-2
zwarte gebreide dameskous zwarte lange hoos: zjwarte lang haoze (Ulestraten) dameskousen, zwarte gebreide ~ [N 24 (1964)] III-1-3
zwarte koe moor: mø̄ǝr (Ulestraten) Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe'' (3.3.1). [N 3A, 129] I-11
zwarte koe met geheel witte kop witkop: wetkǫp (Ulestraten) [N 3A, 130a] I-11
zwarte koe met witte kop en zwarte vlekken om de ogen blaar: blǭr (Ulestraten) [N 3A, 130b] I-11
zwarte kraai, kraai kraai: geen fon.doc.  kraai (Ulestraten), krauw: krauw (Ulestraten, ... ), kraw (Ulestraten) Hoe heet de zwarte kraai? [DC 06 (1938)] || kraai [SGV (1914)], [ZND 01 (1922)], [ZND 28 (1938)] III-4-1
zwavelstok solferstekje: solfersjtekske (Ulestraten), zwegelstekje: zjwegel-sjtekske (Ulestraten) zwavelstokken, de vroegere lucifers (zwevelstok, -stek, sollefert, solverstekske) [N 20 (zj)] III-2-1
zweep smik: šmek (Ulestraten) Voorwerp om het paard aan te drijven, bestaande uit een steel (cf. lemma Steel) en een snoer (cf. lemma Snoer). [JG 1a, 1b, 2b, 2c; L 8, 141; L 14, 31; L B2, 244; N 13, 94; S 47; Wi 5, 10; monogr.] I-10
zweet zweet: zjweit (Ulestraten, ... ) zweet [N 10 (1961)] III-1-2
zwemmen zwemmen: zjwumme (Ulestraten) Zwemmen. [DC 38 (1964)] III-3-2